Inleiding
Die vond plaats op woensdag 9 augustus. Het verzamelpunt was Barrierweg 1 in Sint-Michielsgestel. Omdat de Natuurgroep dit jaar 30 jaar bestaat was de wandelgroep in augustus aan de beurt om getrakteerd te worden. Dit onder de noemer van: ‘Wie jarig is trakteert!’ Dat zou gaan gebeuren op eerder genoemd adres. Maar er moest wel eerst gewandeld worden. 84 Belangstellenden kwamen op de wandeling af. Geweldig!
Verslaglegger wil het eerst toch nog even over het weer hebben. Het had een kleine maand ongeveer iedere dag geregend. Ja, zelfs de nacht voorafgaande aan de 9e augustus was er nog flink wat regen gevallen. Edoch? Ik houd me altijd vast aan het volgende:
Waar meerdere mensen omwille van de Natuur serieus bijeenkomen, zal ik, Natuur, u op uw wandelpaden begeleiden.
En zulks geschiedde. Prima weer, redelijk wat zon en een goede wandeltemperatuur. Weet u het nog?
Drie groepen begeleid door drie gidsen trokken Landgoed Halse Barrier in. In opperbeste stemming. Verslaglegger sloot zich aan bij de groep onder leiding van gids Michel van de Langenberg. Maar eerst even iets over:

Foto Ineke Bertrums

Michel, bestuurslid en gids bij Natuurgroep Gestel, in actie.
Landgoed Halse Barrier en de naam Halse Barrier
Landgoed Halse Barrier telde eens 65 hectare. Ik ga niet te ver terug in de geschiedenis, maar tot mei 1918 was dit landgoed met omliggende boerderijen eigendom van de familie Jurgens (mede-grondlegger van het huidige Unilever, gespecialiseerd in voedingsmiddelen en persoonlijke zorg, thans een Brits-Nederlands bedrijf). Zo werd en wordt dit tot heden verteld. Het was een zeer uitgebreid bezit. Hoe lang de familie Jurgens daar eigenaar is geweest heb ik tot heden niet kunnen vinden. Ja, er is zelfs twijfel over de naam Jurgens. Naast de naam Jurgens kom ik ook de naam Van Leeuwen tegen.
Geen twijfel is er dat op 14 mei 1918 het landgoed via een openbare verkoop verkocht werd aan een nieuwe eigenaar, de familie Janssens, een textielfamilie uit Tilburg.
Zo schreef de verkoopadvertentie toen: “Een prachtig aangelegd park met waterpartijen, een grote vijver, een badhuis, plantsoenen, bosschages, mastbossen en een grote hoeveelheid opgaande bomen in alle verscheidenheid van houtsoorten.”
Het park en het ‘badhuis’ binnen het landgoed werden door de families gebruikt als buitenplaats. Dit laatste moet u zien als een huis met bijgebouwen en daaromheen een aangelegde tuin of park die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.
In 1927, negen jaar na aankoop, overleed de vader van de Janssens familie en verkregen de drie broers Wijnandus, Fredericus en Paulus in onverdeeldheid (eenstemmigheid) het landgoed. Nog steeds 65 hectare verdeeld over de gemeenten Boxtel, Vught en Sint-Michielsgestel.
In 1934 werd het gehele landgoed toebedeeld aan Fredericus Janssens, die ook wel oom Frits werd genoemd. Hij overleed in 1941.
Badhuis en vijver op Landgoed Halse Barrier
Het buitenhuis, het ‘badhuis’, stond en staat nog steeds op de heuvel met uitkijk over de grote vijver. Die vijver werd gegraven bij de aanleg van het park midden 1850. Tot in 1918 werd door de Koninklijke Halsche Stoombrouwerij het verzamelde water opgepompt en gebruikt voor het brouwen van bier. Het zand uit de vijver werd gebruikt om de heuvel te vormen waarop nu nog het landhuis staat.

Eens stond hier op de heuvel een badhuis met/en tuinhuis. Onder in de foto is nog net het water van de vijver te zien.
Op dit moment, augustus 2023, is het landgoed, ‘landschapspark’ is misschien beter, 13 hectare groot. Boerderijen en landerijen werden al eerder verkocht. Op die ruim 13 hectare zijn, de vijver, een dassenburcht, vogels en insecten, meer dan interessant. Niet echt is mij duidelijk geworden waarom het huis ‘het badhuis’ werd en wordt genoemd. Op de plaats waar nu het buitenhuis op de beschreven heuvel staat zou eens het voormalig badhuis met tuinhuis hebben gestaan. Misschien wel voor de bewoners en personeel van het landgoed. Werken in bossen en landerijen was toen niet direct het schoonste werk. Waarom zou je dat als landgoedeigenaar niet doen voor je personeel? In de periode 1900 – 1980 werden er in Nederland, vooral in de steden, badhuizen gebouwd waar men zich tegen een geringe vergoeding kon baden en wassen. Bijna niemand had in die tijd thuis badgelegenheid, maar bijna iedereen had wel vuil werk. Het badhuisverhaal was zijn tijd vooruit en lijkt aannemelijk. Een Halsgeheim was dat de Witte Paters uit het naburige klooster, gebouwd in 1892 en afgebroken in 1988, regelmatig in de vijver kwamen zwemmen. Nou en? Denk ik dan. Begrepen heb ik dat het tuinhuis door de familie Janssens en de vorige eigenaar niet permanent werd bewoond, maar dienst deed als zomer, weekend- of vakantieverblijf. Voor die tijd ‘modern kamperen’. In de winter woonde men, als je je het kon veroorloven, in de stad. Zo ook, de familie Janssens!
De Tweede Wereldoorlog
Michel vertelt: In de Tweede Wereldoorlog fungeerde het landgoed als opvanghuis voor ontheemden (onder meer de paters) en onderduikers. De Halse Barrier maakte ook deel uit van de route om ‘gestrande’ Engelse piloten te laten terugkeren naar Engeland. Soms bleven ze er wat langer ‘hangen’. Het gehucht Hal was een vaste stop voor proviand en een plaats om te slapen. Daarom was het huis in de periode 1940-1945 incidenteel bewoond.
Na WO II
Na de Tweede Wereldoorlog werd het huis uitgebouwd en het ‘badhuis’ meer comfortabel gemaakt. Ergens kom ik zelfs de naam ‘Villa op de berg’ tegen. Vanaf die tijd zou er permanent een Janssens familie wonen.
Het Landgoed Halse Barrier staat bij velen ook bekend voor kamperen, vlotten bouwen, speurtochten, familiefeesten en gastvrijheid. Voor gasten was er altijd plaats aan de dinertafel, maar slapen gebeurde veelal in een tent in het park.
De naam van het landgoed
Het landgoed is vernoemd naar de tolboom en het daarbij behorende tolhuis, De Halse Barrier (een barrière bij Hal). De tolboom werd in 1741 geplaatst over de aangelegde steenweg die liep van Eindhoven naar Den Bosch. Die steenweg is sindsdien steeds verder uitgebreid tot wat nu een drukke autosnelweg, de A2, is geworden. Na de voltooiing van de steenweg tot Best in 1745 verschenen er op die weg meer tolhuizen.
Genoemde steenweg, steenweg zonder hoofdletter, zouden we nu een verharde weg noemen. In die tijd waren er alleen maar zandwegen; ofwel onverharde wegen. Een steenweg? Dat was toen de toekomst!
In 1742, een jaar later, werd bij de Halse tolboom een tolhuis opgezet. Daartoe werd een oud vervallen huis aangekocht van een zekere Antonie Ooms voor 1400 gulden. In die tijd een smak geld. Het vervallen huis werd gesloopt en een nieuw gebouwd. Tolhuis De Halse Barrier was een feit en eigendom van de gemeente Den Bosch. Het tolhuis werd verpacht aan een tolheffer. Naar ik ergens lees zou dit tolhuis, of wat daar van over is, nog steeds op de bouwplek staan, zei het verscholen achter een geluidsscherm.
Een tolboom is een slagboom waarmee een weg kan worden afgesloten en waar men, in dit geval, in opdracht van de stad ’s-Hertogenbosch tol moest betalen om eenmalig gebruik te mogen maken van de weg. Dat was de barrière of hindernis die genomen moest worden om de weg te mogen berijden.
Tegenover de Halse Barrier lag een uitspanning die eerst De Kievit en later De Zwaan heette. Een uit- of afspanning was in de vorige eeuw een plaats waar rijtuigen van frisse paarden konden worden voorzien om de reis direct voort te zetten. Ook konden de paarden daar langer uitrusten en worden verzorgd wat dan betekende een nacht overblijven voor koetsier en paarden. Daarom was er een herberg bij de uitspanning met de mogelijkheid iets te eten, te slapen en te drinken. Vooral het laatste.
Het woord ‘barrier’ staat voor slagboom, hindernis, obstakel, sluitboom of barrière.
Nu ik dit schrijf, moet ik denken aan de Keulse Barrière in Venlo. Eens was de Keulse Barrière (een barrière om naar Keulen te gaan), een bekende en belangrijke toegangspoort tot de stad Venlo, maar ook een nog beter bekende en drukke grensovergang (met slagboom) voor personen en goederen tussen Nederland en Duitsland. Op z’n Limburgs uitgesproken ‘Barrieère’
Sinds 1991 is de stichting De Halse Barrier eigenaar van het landgoed. En? Als ik goed ben ingelicht, zit er nog steeds een nazaat van de familie Janssens in het bestuur van de stichting. Doel van de stichting is behoud van het landgoed door onderhoud en natuurvernieuwing. Tegelijkertijd het streven naar gastvrijheid. Alhoewel het landgoed particulier is, is het bij daglicht toegestaan een aangegeven wandelpad te volgen.
De kwaliteit van de terreingrond
De grond van het landgoed en directe omgeving bestond in het verre verleden, u mag dan denken aan 12000 jaar geleden, deels uit fijn zand; dekzand genoemd. Door de zuidwestelijke wind vormden zich stuwwallen; zeer lange dekzandruggen. Niet alleen hier, maar door heel Noord-Brabant die van het zuidwesten naar het noordoosten liepen. Daar is in die jaren niets aan veranderd. Om de grond enigszins rendabel te maken werden er op de omringende zand- en heide gronden productiebossen aangelegd. Veelal naaldbossen. Toch worden ook hier, geleidelijk aan, een deel van de naaldbomen vervangen door loofbomen. Belangrijk is dan om te bepalen welke loofbomen? Het was toch zo dat er naaldbomen werden geplant omdat die wilden groeien op de armtierige grond? Is er iets veranderd?
Het middeleeuws gehucht of buurtschap Hal
Er zou een officieel document bestaan uit 1352 waarin Hal of Hall al als gehucht wordt genoemd. Dat is echt lang geleden; een kleine 1000 jaar. Er bevindt zich op het adres Haanwijk 5B in Sint-Michielsgestel het Museum Romeins Halder. Zeker een bezoek waard. Zie daarvoor www.romeinshalder.nl
Aan de straat Halse Barrier zijn zeven adressen gevestigd. De oudste woning dateert uit 1867, de jongste uit 1992. Zo mag ik ergens lezen.
Hal ligt tussen Vught en Sint-Michielsgestel aan de samenvloeiing van de rivier De Dommel en de Esschestroom. Het ligt tegenover natuurgebied Haanwijk en het landgoed Nieuw Herlaer.
De naam Hal
De meest voor de hand liggende verklaring van de naam Hal is ‘Hellend land’. Deze naam omdat de buurtschap zich nabij het dal van de Essche Stroom heeft gevestigd. Verslaglegger leest dat ergens en vindt het wel aannemelijk. Hal zelf lag en ligt op de aanloop (hellend) van een dekzandrug. Dus niet bóven op de zandrug. Om die reden overstroomde Hal vaak en was in die tijd eigenlijk minder geschikt voor bewoning. Maar toch?

Brug over De Dommel met zicht op Hal. Lijkt niet verkeerd. (Foto Piet Brugman)
De plaats Hal, zo vertelt een ander verhaal, zou ook ‘Hel’, betekenen; de échte hel. Hu! Kwam je in Hal (Hel) dan kwam je in een armoedige asociale achterbuurt. En dat in 1352 of misschien wat later? Ik kan het niet geloven. Daarom sluit ik dit uit.
‘Hel’ of ‘In de Hel’ betekent ook ‘rivier’ of ‘beek’. Daarom zou Hal een plaats zijn die naar de helle, naar de beek de Essche Stroom leidt. Drie versies over het buurtschap Hal of Halder. Het is allemaal wel lang geleden. Maar vertel het verder. Dat doe ik hier ook.
Wilde planten +
Tijdens de wandeling kwamen wij uit bij meerdere in het wild groeiende planten: te weten Kleine klit, Grote wederik, moerashertshooi, Zwart tandzaad, koningsvaren, Kleine springbalsemien, de Fluweel boleet (een paddenstoel) en het Koninginnenkruid. Michel besprak ze in het kort. Verslaglegger beschrijft er twee iets uitgebreider.
Fluweel boleet en Koninginnenkruid
Dat doe ik in de vorm van het Tv-programma ‘De slimste mens’.
Wat weet u van de Fluweel boleet?
- Xerocomus subtomentosa is de wetenschappelijke naam.
- Het is een eetbare paddenstoel (schimmel).
- Je kunt hem aantreffen bij loofbomen; vooral bij de eik, de beuk en de linde.
- Zelden bij naaldbomen.
- De hoed van de boleet is licht grijs, bruin tot zwartbruin van kleur met meestal een bruinrode rand.
- Is enigszins fluweelachtig (subtomentosa).
- Komt in Europa in bijna alle landen voor.
- In Nederland komt de Blozende boleet het meest voor, mag ik ergens lezen.
- Warmte en regen zorgden ervoor dat de boleet eerder te zien was dan te doen gebruikelijk; iets verder in het jaar.
- Er zijn 70 soorten boleten, waarvan 17 soorten Fluweel boleten in Nederland. Ga er maar aanstaan!
Wat weet u van het Koninginnenkruid?

Het Koninginnenkruid tussen riet. Stengels rood, bloem rozewit. Foto Piet Brugman
- Z’n ‘zondagse naam’ is Eupatorium cannabium.
- Eupatorium betekende in de Oudheid ‘Leverkruid’. Cannabium staat voor ‘hennepachtig’.
- De officiële Nederlandse naam is thans Koninginnenkruid.
- Niet leverkruid. Lees verderop meer.
- Is een overblijvende plant.
- Hoogte 50 tot 100 cm; soms tot 150 cm en zelden tot 200 cm.
- De rechtopstaande stengels zijn vaak rood aangelopen.
- De bloemen zijn rozewit tot rozerood.
- De bladeren lijken heel sterk op de bladeren van Cannabis.
- Vandaar de tweede wetenschappelijke naam ‘cannabium’.
- Is een plant van de natte ruigten.
- Je kunt hem daarom op meerdere vochtige plekken en vooral langs waterkanten tegenkomen.
- Voor een gekweekt soort moet u naar een tuincentrum.
- De plant produceert veel nectar en wordt ruim bezocht door vlinders en bijen.
- Ook door hommels, zweefvliegen en andere insecten.
- Bevordert als medicinale plant de leverfunctie en de afscheiding van maagverteringssappen en, in diezelfde richting, nog veel meer.
- Dus toch leverkruid? Ja! Van 750 v. Chr. tot 500 na Christus. Vertelt iemand mij.
- Leverkruid was afgeleid van de kleur van de bloem en de medicinale kant. Waarom dan toch geen ‘leverkruid’?
- Volgens de begeleidende gids moest in de Tweede Wereldoorlog op last van de Duitsers Koninginnenkruid worden veranderd in leverkruid. ‘Leve de Koningin!’ was immers verboden. Het zou waar kunnen zijn, maar toch? Nog nooit van gehoord. Ik kan er niets over vinden. Toch Michel nog een vragen.
- Waarom deskundigen de oude naam Leverkruid veranderd hebben in Koninginnenkruid is mij niet duidelijk. 'Leverkruid' heeft mijn voorkeur. Wie het weet mag het mij vertellen. Misschien is het wel ‘de Koningin onder de kruiden?’
Het Jamboreekruis

Het Jamboreekruis op landgoed Halse Barrier met opschrift
Nihil Sine Deo. (Foto Piet Brugman)
Wij kwamen ook langs het houten Jamboreekruis uit 1937. Een houten kruis van 86 jaar oud? Michel vertelt: Op dit moment, 9 augustus 2023, wordt in Zuid-Korea de grote Wereldjamboree bijeenkomst gehouden. Het is een samenkomst van scouts (padvinders en verkenners) in de leeftijd van 14 t/m 17 jaar uit de gehele wereld. Die wordt om de vier jaar gehouden, telkens in een ander land. De eerste was in 1920 in Londen. In 1937 en 1995 organiseerde de Nederlandse scout-organisatie dit evenement.
Naar Zuid-Korea kwamen 43.000 (drieënveertig duizend) tieners, waaronder 2000 uit Nederland, uit 160 landen. Hoeveel vliegtuigen heb je daarvoor nodig om zoveel tieners met begeleiders in Korea te krijgen? Minstens 160. Even over nadenken s.v.p.!
Zondag 13 augustus was de sluiting.
Het zat de Koreaanse organisatie niet mee. Eerst was het te warm, zeg maar te heet, en moest het enorme kamp verhuizen naar een plaats nabij de hoofdstad Seoel. Daar aangekomen kwam er ook nog een tyfoon opzetten. Verkassen van tent naar gebouw(en) tot gevolg. Kortom, het was een Jamboree met hindernissen. Geen janboel! Terug naar ons houten kruis.
Dit houten kruis werd in 1937 geplaatst op het landgoed Halse Barrier door Frits Janssens, Cees Habraken en zijn zoon Toontje. Dit ter gelegenheid van de Wereldjamboree in Vogelenzang, Nederland. Gelijktijdig werd op het landgoed Halse Barrier een groot verkenningskamp gehouden, een ‘kompoelan’ genoemd. Het houten kruis werd aan oom Frits Janssens geschonken door een scoutingorganisatie uit Roemenië. Frits was op dat moment voorzitter van Nederlandse scoutingorganisatie. Van daar! En daarom staat het hier op toen nog Janssens eigendom. Nu op grond van de Stichting. Het kruis is in 2008 gerestaureerd, want de tand des tijds knaagde en knaagt nog steeds aan het hout. Want hout is hout en doet me denken aan houten grafkruisen die ik vroeger op kerkhoven langzaam op en met het graf ineen zag zakken.
Op het kruis staat te lezen Nihil Sine Deo wat staat voor Niets Zonder God. Ook het houten kruis niet. In het verlengde hiervan stelde Benedictus Spinoza, filosoof, Nederlander, *1632 - † 1677, God gelijk aan de natuur, ofwel de Natuur is God. Deo grijpt in als de mens te veel aan Zijn natuur komt! Dat is wekelijks wel ergens te zien!
Graag wil ik hier nog de aandacht vestigen op Robert Baden-Powel (*1857 - † 1910). Hij was militair in het Britse leger, (luitenant-generaal), schrijver en oprichter van de wereldscouting. Hij werd slechts 53 jaar, maar verzette in die tijd voor 83 jaar werk. Bij wijze van spreken! Op internet is meer over deze interessante man te lezen.
Jeneverbes

Tak van jeneverbes met rijpe bessen. Kijk even naar naaldjes.
Onze groep wandelde langs enkele zielige jeneverbes boompjes. Misschien niet gezien? Toch even wat bijzonderheden.
Alle jeneverbessoorten in de wereld, zo’n 60 in getal, hebben priemvormige naalden (bladeren) in kransen van drie. Nederland kent maar één soort. Alle soorten hebben witte strepen op de bovenkant van het blad (naald). Die witte strepen zijn breder dan de groene zijkanten. De takken van de jeneverbes groeien veelal omhoog. Hun naalden prikken echt. De jeneverbes is tweehuizig. Tweehuizig? De twee geslachten (mannetje-vrouwtje) wonen en leven apart. Zeg maar een latrelatie. Iets serieuzer: De meeldraadbloemen en stamperbloemen ontwikkelen zich aan twee afzonderlijke planten. In dit geval struiken. Eenhuizig? De twee geslachten, mannetje en vrouwtje, wonen en leven op één plant; zeg maar, wonen samen.
De jeneverbes is de enige boom die all over the world dezelfde kenmerken heeft. Groeit prima op turf of zure zandgrond. De naalden, de schors en het hout van de takken zijn doordrenkt met een harslucht van jeneverbesolie. Jeneverdrinkers herkennen deze geur. Elke naald van de jeneverbes wordt om de 5 jaar vernieuwd. Botanisch gezien is de jeneverbes een conifeer, hoewel hij bessen draagt in plaats van kegels. Bessen die, vooral vroeger, gebruikt werden bij de jeneverbereiding. De soms grillige struik kan wel 10 meter hoog worden en groeit op heidegrond en in open naaldbossen, lees ik in een van mijn boeken. Jeneverbesstruiken of bomen kom je niet elke dag tegen, en al helemaal niet die van 10 meter hoog.
In oktober van het jaar na de bestuiving zijn de bessen zo groot als erwten geworden. Ze zijn dan rijp en hebben een zwarte kleur gekregen. De sappige bessen trekken de hele winter vogels aan. Zij zorgen vervolgens voor de verspreiding van de onverteerde zaden. In iedere bes zitten 1 tot 5 zaden (een ander beweert 1 tot 3 zaden), die pas na 18 maanden kunnen ontkiemen. Een afwijking van het normale.
De jeneverbes is een van de weinige coniferen, naast de grove den en de taxus, die van nature voorkomen in de Benelux en dus inheems zijn. Wij hebben het dan over de Juniperus communis. ‘Juniperus’ betekent natuurlijk ‘jeneverbes’; 'Communis' betekent ‘gewoon’ en daarom heet de boom of struik Gewone jeneverbes. Het is jammer dat je de natuurlijke jeneverbes niet echt veel ziet. Het nut van deze boom/struik? ‘In de natuur heeft alles z’n nut’, sprak eens de bioloog.
Voor in de eigen tuin bestaan tientallen soorten gekweekte jeneverbessen; allemaal juniperussen. De Gewone jeneverbes moet je zoeken op zandverstuivingen en heidelandschappen. Maar ook daar zijn zij zeldzaam geworden. Belangrijk is dat er voldoende exemplaren vrij bij elkaar staan om hun voortbestaan te waarborgen. Verslaglegger zag ze eens overvloedig op het Kootwijkerzand bij Apeldoorn. Misschien zijn ze ook te vinden op de Loonse- en Drunenseheide.
Nog even terug naar de eerste zin ‘onze groep wandelde langs enkele zielige jeneverbesboompjes’. Daar neem ik niets van terug. Zielig en armoedig zoals ze daar stonden. Je moet het maar weten. In een boekje ‘over bomen en bossen’, in 1985 uitgegeven onder auspiciën van postgiro/Rijkspostspaarbank ten behoeve van het basisonderwijs lees ik: ‘Jeneverbessen hebben veel licht nodig. Ze groeien daarom minder goed in een bos of in schaduw’. Dat moet de reden zijn geweest dat de jeneverbes-boompjes er zo zielig bijstonden. Ze stonden echt te donker.
Het snoepje van Nol
Op een nog betrekkelijk jong beukenpad was er even tijd voor ‘het snoepje van Nol’. Wie kent hem niet? Het is waar; als Nol een snoepje uitdeelt, dan geeft hij iets goeds. Bijna altijd of altijd hygiënisch verpakt. Dank je wel Nol! Goed dat je er was!
Beukenblad met gal
Staat op mijn aantekenbriefje. Heb ik even iets gemist? Was het toch de Beukengal(mug)? Daar houdt verslaglegger het op.
Wat weet u van beukenbladgallen?
- Deze beukenbladgallen verkleuren in het najaar van groen naar donkerrood.
- Die gallen bevatten de larve van een 4 mm grote mug.
- Als de bladeren geel worden laten de gallen los en vallen.
- De larve overwintert als gal op de grond.
- In het voorjaar komen de galmuggen tevoorschijn om haar eitjes op de knoppen van de beuken te leggen.
- Na het uitkomen van de eitjes beginnen de larven aan het beukenblad te eten.
- De beukengalmug is in Nederland en België algemeen.
Een geweizwammetje
Ziet eruit als een hertengewei, maar wel kleiner. Is een paddenstoel.
Wat weet u van het geweizwammetje?
- Zet dode takken en boomstronken van loofbomen om in prima humus (tuinaarde).
- Het is een onmisbare schakel in de kringloop in een gezond en gevarieerd bos.
- Daar groeit deze kleine paddenstoel met zijn geweivormige uitstekels.
- Geweizwammetjes worden niet groter dan 7 centimeter.
- Zij hebben in hun eerste jaar een zwarte steel met wit poeder.
- Is het gehele jaar te zien. Maar het meest in het najaar.
- Je hebt verschillende soorten geweizwammetjes. Zo komt de Esdoorn geweizwam alleen voor op esdoorns. Zo zijn er meer.
Rhododendronknopvreter

Óp de zwarte knoppen is het te doen. Minuscule paddenstoeltjes alleen te zien met plantenloepje. Foto Piet Brugman.
Michel wees ons, aangekomen bij een volgende stop, op de rhododendronknopvreter, een schimmel in grotere- en oudere rhododendron- en azaleastruiken. Daarom ook wel azaleaknopvreter genoemd. De schimmelsporen worden in de herfst overgebracht op jonge groene knoppen door de Rhododendroncicade (insect, soort krekel) tijdens het afzetten van de eitjes. Die cicade komt uit Noord-Amerika en is sinds 1930 in West-Europa actief. In februari en maart zijn de aangetaste knoppen goed te herkennen. Ook in augustus zagen wij. Ze zijn dan zwart/bruin in plaats van groen. Michel liet ons dat zien. De cicade zelf schijnt maar weinig schade te veroorzaken aan de knop, maar het is de schimmel die het beestje meeneemt. Op de knoppen van de rhodo’s en azalea’s zijn dan mini paddenstoeltjes te zien. Om die paddenstoeltjes te kunnen zien heb je wel een (planten)loepje nodig. In je eigen tuin kun je de verpieterde knoppen letterlijk in een handomdraai gemakkelijk verwijderen. Wil je de schimmel (paddenstoeltjes) nog eens zien. Google ‘azaleaknopvreter’ en je ziet foto’s om nooit te vergeten.
Het jubileumslot
Wij hadden genoeg gezien voor vandaag. Terug naar het adres waar wij waren gestart; Barrierweg 1 alwaar Claire, dochter van Michel, haar domicilie heeft. Achter de woning was het te doen.

De Seniorengroep van Natuurgroep Gestel wordt getrakteerd! (Foto Ineke Bertrums)
Lange tafels met banken op het gazon en een flinke overkapping voor het geval het weer minder zou zijn. Dat was niet nodig. Zonovergoten uitzicht op de omgeving.
Door Claire en de dames van de Natuurgroep en boerderijfamilie werden koffie, (thee, warme)broodjes, koekjes, cakejes in allerlei vormen en frisdrank aangevoerd. Lekker kletsen met elkaar en gegevens uitwisselen.
Wat er verder gebeurde kunt u lezen in het verslag van Gijs Sterks van 9 augustus op de site van de Natuurgroep.

Onder toeziend oog van Michel worden de boekjes Brugman vertelt door de verslaglegger uitgereikt aan de deelnemers van de wandeling.
Het is allemaal waar wat in het verslag van Gijs te lezen staat. Daar wil verslaglegger graag op reageren:
Michel wil ik bij deze danken voor het idee, artikeltjes uit de verslagen van de laatste 3½ jaar (1½ jaar was er Corona) in een boekje te bundelen. Voorzitster Angela stond ook gelijk achter het idee. Zij heeft een belangrijk deel van de werkzaamheden voor haar rekening genomen. Dank daarvoor.
Wat ik graag hier nog vertel is dat op een zondag, enkele weken voor de 9e augustus, voorzitster Angela en bestuurslid Michel op ons woonadres in Den Bosch twee (eerste) boekjes Brugman vertelt aan mijn vrouw en verslaglegger kwamen uitreiken. Angela had haar vakantie al gepland in de periode van de 9e augustus. Vandaar. Wij vonden dit zeer attent van het bestuur. Dank daarvoor. Ik hoop dat de senioren wandelgroep onder “Zonder groen of zonder Natuur is er geen leven” de inhoud van het boekje waarderen. Het was een mooie dag. Op naar deel 2 bij het 35-jarig jubileum. Volgende wandeling is op woensdag 13 september.
Sint-Michielsgestel, augustus 2023
Piet Brugman
https://brugmanpraat.typepad.com