de Witte paardenkastanje. Korte stam en dichte kroon. Foto piet brugman.
Er zijn van die bomen die iedereen kent. De kastanjeboom is er zo een. Wie kent hem niet? Maar hoe heet hij tegenwoordig? “De Witte paardenkastanje”, met de wetenschappelijke naam Aesculus hippocastanum. ‘Aesculus’ is de oude naam voor een eikensoort; ‘hippos’ staat voor kastanje. Vroeger, voorheen is misschien beter, was de naam van deze boom “de Wilde kastanje”. ‘Wild’ omdat de vruchten (kastanjes) van deze kastanjeboom voor de mens niet eetbaar zijn. Dit in tegenstelling tot de “Tamme kastanje” waarvan de vruchten wél eetbaar zijn.
De Witte paardenkastanje is veelal te vinden in grote tuinen en parken, maar ook als straatboom. Solitair, alleenstaand, voelt de boom zich het beste op zijn gemak. Ingebouwd, tussen straatstenen, tegels, beton, asfalt, fiets- of voetpaden doet deze boom geen goed. Dit laatste geldt overigens voor meer bomen. Zou je een kastanjeboom willen planten, blijf dan minimaal zes tot acht meter van een gevel af en geef hem de ruimte om te groeien. Wie zoal geldt: Bezint eer gij begint. In parken kun je deze boom vaak in puike conditie aanschouwen. In meer natuurlijke omstandigheden komt de Witte paardenkastanje minder voor. Dit in tegenstelling tot de Tamme kastanje (Castanea sativa), die overigens behoort tot een andere plantenfamilie en plantengeslacht.
Het ‘witte’ van deze paardenkastanje lijkt duidelijk. Immers de bloemen, rechtopstaande pluimen en lijkend op kaarsenstandaards, zijn wit. Dat van ‘de paarden’ vraagt enige uitleg. De gekookte kastanjes of een aftreksel van deze gekookte kastanjes zouden vroeger aan paarden worden gevoerd om ze van hoesten te genezen. Paarden zullen niet uit eigenerbeweging afgevallen kastanjes van de grond eten. Varkens en geiten zijn er dol op. Mocht u last hebben van (prikkel)hoest dan kunt u beter een tamme kastanje eten.
Het blad van deze kastanje zijn handvormig samengesteld en bestaat meestal uit 7, soms uit 5, deelbladeren. De voet van de centrale bladsteel is onderaan verbreed en laat bij het afvallen in de herfst een typisch hoefijzervormig litteken op de tak of twijg achter. De Tamme kastanje heeft enkelvoudige bladen waarvan de bladranden getand zijn. De deelbladeren van Witte paardenkastanje zijn gezaagd. Dit zijn duidelijke verschillen.
Hoofdtakken eerst horizontaal groeiend, daarna omhoog. Foto door piet brugman genomen in Den Bosch
De grove korte stam van een volgroeide Witte paardenkastanje, veelal enigszins (links) gedraaid, moet soms een 30 meter hoge, brede en dichte kroon dragen. Vroeger werden paardenkastanjes bij boerderijen zo geplant dat een gedeelte van de boerderij in de schaduw kwam te staan. Dit om dat deel van de boerderij tijdens de zomer koel te houden. Er was immers nog geen mechanische koeling In de winter is de habitus, de vorm van de boom, goed te herkennen. De hoofdtakken wijzen veelal eerst recht (horizontaal) naar buiten en groeien aan het eind van de tak weer omhoog. Lijkt dan ietwat op een gebogen arm. Als dat niet het geval is, groeien de takken gewoon recht om hoog. Zeker als ze jonger zijn. De schors is grijs tot grijsgroen naar donkerbruin.
De vruchten ontwikkelen zich na de bloei als bolsters met daarin de zaden die uitgroeien tot de bruine, gladde kastanjes met hun witte vlek maar zonder puntje. De tamme kastanje heeft wel een puntje.
De eerste Witte paardenkastanje werd in Nederland in 1608 in de Leidse Hortus geplant. Daarna verspreidde de boom zich over Nederland. In mei staat de boom in bloei. Het hout van de Witte paardenkastanje is wit en zacht. Door de linkse draai in de stam is het hout gewoon minder interessant. Altijd nog wel goed voor pallets, kistjes en anderszins.
Medicinaal wordt (werd) de paardenkastanje tegen verschillende kwalen gebruikt. Te denken valt aan spataderen, aambeien, oedemen, vergeetachtigheid, zware benen, spierkrampen, jicht en reuma. Een hoofdstuk apart. Maak eerst via internet een uitgebreide studie alvorens tot gebruik over te gaan. Overleg met je (homeopatisch)huisarts is natuurlijk nog beter. Al meerdere keren heeft het voor de gebruiker minder goed gewerkt.
Maar de Witte paardenkastanje wordt bedreigd. Er liggen ziektes op de loer. En écht niet vanaf 1608. Het is iets van de laatste tijd.
Alle paardenkastanjesoorten, alle Aesculus soorten, worden bedreigd door de kastanjebloedingsziekte en de paardenkastanjemineermot. Daarnaast is er ook nog een bladvlekkenziekte; een schimmel. Daarom: Weet u in uw omgeving een Witte- of Rode paardenkastanje te staan, houdt ze komend seizoen in de gaten. Let daarbij vooral op de stam en de bladeren. Uit de stam kan een bloedachtig vocht lopen. De bladeren kunnen te vroeg geel tot bruin worden en eerder dan normaal afvallen. De volgende keer hoop ik daar iets meer over te vertellen. Niet allemaal positief.
Tot slot ook hier: Niets heb ik van mijzelf. Alles hier beschreven heb ik uit mijn natuurboeken of eens ergens gehoord, gezien of gelezen.
Piet Brugman,
's-Hertogenbosch, 14 februari 2018
Wilt u reageren: Graag via p.a.brugman@gmail.com
www.brugmanpraat.typepad.com