Moet ik lezen in Elsevier Weekblad (EW) van 12 juni 2021, pagina 71. Simon Rozendaal was de schrijver van het desbetreffende artikel in een éénpagina tellend stuk. Wie ben ik om Simon Rozentaal én EW tegen te spreken.
Simon zegt niet alleen ‘Het gaat goed met de natuur in Nederland’, het zegt ‘Het gaat juist erg goed met de natuur en het milieu in Nederland’.
En Brugmanpraat maar denken dat het met de natuur in Nederland, maar ook in de rest van de wereld, bergafwaarts aan het gaan is. Al jaren geleden, ik moet denken aan 40/50 jaar geleden, hadden we het probleem van de zure regen. Zure neerslag is misschien beter. Vandaag, juli 2021, hoor ik er nooit meer iets over. Is het dan ‘overgewaaid’?
Zure regen of zure neerslag is neerslag die veel zure stoffen bevat in zowel natte als in droge vorm. Die zure stoffen zijn afkomstig uit uitlaatgassen en mest (zwavel, stikstof en ammoniak). Ze verzuren rechtstreeks of niet rechtstreeks de bodem, het plantenleven, de oppervlaktewateren (direct aan het aardoppervlak waarneembaar water in de ruimste zin des woords) en mineralen. Mineralen zijn nuttige stoffen die uit de grond gehaald kunnen worden.
Zure regen? Hele bospercelen werden kaal en sneuvelden. Gek, maar niemand heeft het er meer over.
Simon Rozendaal had ook de indruk dat de leefomgeving in Nederland naar de gallemiezen, naar de knoppen, aan het gaan was. Maar, schrijft hij; ‘dat klopt niet’. Hij vindt dat de problemen, die er soms wel zijn, zwaar worden overdreven. Dat er mensen zijn die vinden dat de veeteelt gehalveerd moet worden, dat de bouw op slot moet en de industrie het land uit.
Simon vindt zelfs dat er goed nieuws over de natuur en het milieu valt te melden. De meeste media hebben geen gunstige mening aangaande dit onderwerp. Maar wel Simon Rozendaal in EW. Hij gaat te rade bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Compendium voor de Leefomgeving. De laatste geeft informatie over Milieu, Natuur en Ruimte.
- Milieu: in 2019 was de uitstoot van zwaveldioxide nog 10 procent van die in 1990. Stikstofoxiden is iets minder dan de helft van 1990. Die van fijnstof een derde daarvan.
De lozing door de industrie van rotzooi op het water nam flink af tussen 2008 en 2015: voor arseen met 60 procent, cadmium met 90 procent, fosfor en stikstof met 20 procent.
Zoals bekend mag worden verondersteld kent Nederland een stikstofprobleem. Er wordt bijna nooit verteld dat de uitstoot van de twee bemestende vormen van stikstof (NOx en NH3, ammoniak) sinds 1990 met 60 procent is gedaald.
De stikstofcrisis is vroeger door uitstoot ontstaan. Aan de stikstof van toen is nu niks meer te doen; wel aan die van nu. - Natuur: Daarover hoor je dramatische verhalen, aldus Simon. Stikstof verwoest langzaam de natuur op de Veluwe volgens het Tv-programma Een Vandaag. Thans is er een meetinstrument voor biodiversiteit, de Living Planet Index (LPI). Biodiversiteit is kortweg de gevarieerdheid aan leven in een bepaald gebied, van een waterdruppel tot een compleet bos; ja zelfs de aarde als geheel. Wereldwijd is is de biodiversiteit sinds 1970 met 60 procent afgenomen. Je zou hier mogen verwachten de LPI-meting min of meer stabiel is sinds 1990. Dat is niet zo. Er is zelfs een minimale toename van 1,4 procent. De soortenrijkdom in onze bossen blijkt de laatste 12 jaar met 10 procent te zijn toegenomen en de biodiversiteit in zoet water en moerassen met bijna de helft meer dan in 1990.
Met sommige dieren gaat het niet goed. Maar ook hier wordt het halve verhaal verteld. Vlinders, hommels en bijen? Een ramp! Maar het wordt stil als je weet dat er tweemaal zoveel libellen zijn als in 1990. Simon heeft ook aandacht besteed aan broedvogels. Met ruim tachtig soorten gaat het de verkeerde kant op, met ruim zestig soorten gaat het steeds beter en met zo’n dertig soorten is de toestand stabiel. Met de veldleeuwerik gaat het minder maar de vlag mag uit voor het groeiende aantal boomleeuweriken. Steeds melden media dat er minder grutto’s zijn, maar niet dat er vijfmaal zoveel lepelaars en nachtzwaluwen zijn. Ook zijn er sinds 1990 zevenmaal zoveel putters en krakeenden.
Dat het jaar 1990 hier steeds wordt vermeld komt omdat het CBR en Compendium voor de Leefomgeving voor die tijd bijna geen gegevens hebben. Wel geven de schaarse gegevens aan dat de vervuiling in 1990 veel lager was dan in 1960. Duidelijk lijkt dat ons land al 60 jaar steeds schoner wordt. - Slot: Van bovenstaande profiteert de natuur. Frits en Els koopman vertelden in een interview ooit in 1969 nabij Meppel een ooievaarsstation, De Lokkerij, te hebben opgezet. De ooievaar was toen bijna uitgestorven. Nu, 8 juli 2021, leven er tussen de 2000 en 2500, waarvan de helft in Nederland broedt.
‘Mocht u somber worden van al die SOS-berichten over de leefomgeving, kom dan uit uw luie stoel, ga naar buiten, aanschouw die wonderbaarlijke vogel en weet dat het buiten veel beter gaat dan gisteren en dat het morgen nog beter zal zijn.’ Aldus schreef Simon Rozendaal. - Brugmanpraat vond en vindt het nodig een deel van het artikel van Simon in mijn eigen weblog voor de toekomst vast te leggen. Maar, eerlijk is braaf, Simon heeft mijn denken wel in verwarring en vertwijfeling gebracht.
’s-Hertogenbosch, 9 juli 2021
Piet Brugman, p.a.brugman@gmail.com
www.brugmanpraat.typepad.com
Posted by: |