Die wandeling werd gehouden op woensdag 8 juni. De parkeerplaats van het zwembad Zegenwerp in Gestel was dit keer het punt van vertrek. Zo’n 50 deelnemers kwamen naar het zwembad om de wandeling te maken, gemiddeld 4 kilometer, én om kennis op te doen over de natuur. Daarom natuurwandeling.
Het weer was goed, regen dreigde. Maar? Waar mensen omwille van de natuur serieus bijeen komen, zal de natuur u in bescherming nemen. Het bleef daarom droog tot 12:00 uur.
Zoals gewoonlijk werden er drie groepen geformeerd. De gidsen waren Gijs, Nouri en Michel. Verslaglegger haakte deze keer aan bij de groep Michel.
Hij heette ons welkom en maakte bekend dat de route zou gaan door Landgoed Zegenwerp en gaf gelijk tekst en uitleg over dit Landgoed.
Landgoed Zegenwerp
Het is een oud landgoed van 70 are. ‘Zegenwerp’ is een verbastering van werpen-met-de-zeeg, oftewel vissen-met-een-sleepnet. In die tijd een gebruikelijke manier van vissen. Landgoed Zegenwerp is een adellijk landgoed dat in 1809 werd gekocht door baron Willem Arnold Lamoraal van Geusau die toen burgemeester was in Sint-Michielsgestel. In 1828 verkocht hij het weer. Daarna volgden meerdere eigenaren. Vanaf 1850 werd het landgoed omgevormd naar Engelse landschapsstijl en is Stichting het Brabants Landschap eigenaar.
Vissen met een zeeg. Geleende foto om het vissen met de zeeg te verduidelijken.
Op een gedeelte van dit landgoed, ingeklemd tussen de Dommel en de Gestelseweg, ligt het terrein van ‘Golfclub De Dommel’. Opgericht in 1928 en bestaat al meer dan 90 jaar. In de loop van die jaren veranderde de baan van 9 holes in 1928 naar 14 holes vanaf 2014.
Bloemen plukken en bloemen plakken
Drie dames uit de groep (waarom geen mannen?) kregen ieder een wit plakkarton uitgereikt om de geplukte bloemen (niet de planten) op te plakken. Zie foto. En? Als het even kon ook gelijk de bloeiende plant met naam en toenaam te noemen. De bedoeling van deze actie was om aandacht te vestigen op bloeiende planten. De maanden mei en juni zijn bij uitstek dé maanden van de bloeiende planten. Het moest dus nu gebeuren. Let op; over 14 dagen beleeft 2022 alweer de langste dag. Als je eenmaal echt op zoek gaat naar bloeiende planten kom je erachter hoeveel er in bloei staan. Ik heb er wat opgeschreven. Ik noem ze met de officiële Nederlandse naam. Als dat mogelijk is. Wij denken al gauw, een boterbloem is een boterbloem, maar dat ligt toch net iets anders. Er zijn van veel planten meer soorten. Als voorbeeld de boterbloem: de kruipende-, de scherpe-, de blaartrekkende-, de egel-, de knol-, de akker-, de grote boterbloem en er zijn er nog meer. Omdat er op drie ‘fronten’ tegelijk bloemen werden geplukt, heb ik jammer genoeg niet alle aangetroffen bloeiende planten kunnen noteren. Er zijn dus meer bloeiende planten gevonden dan hieronder weer gegeven. Ik noem er wat:
- Gele ganzenbloem: Was vroeger algemeen, rechtopstaand tot kniehoogte, veel kleine bloempjes gegroepeerd.
- Gewone raket: Kom je tegen op stoepen, verlaten terreinen en op akkers.
- Gewone ossentong: Bloemen paarsblauw, sterk behaard, groeit op ruderale grond (door de mens verwaarloosde terreinen met afval en puin).
- Klaproos: De Grote klaproos komt het meest voor. De Bleke- en de Ruige- klaproos bestaan ook. Groeit op ruderale omgewoelde gronden. Daarom een pioniersplant. Het zaad blijft in de grond jaren goed. Klaprozen zijn een symbool van oorlogsherdenkingen.
- Reigersbek: De vruchten lijken sterk op de kop en snavel van een reiger, gelijk de ooievaarsbek.
- Echte kamille: Er zijn meerdere soorten, op goede grond wordt deze kamille 60 centimeter hoog, is geneeskrachtig.
- Boterbloem: Veel soorten, de Kruipende- en de Scherpe boterbloem komen het meest voor.
- Akkerkool: Tot 90 cm hoog, kleine bloemen, groeit langs wegen, dijken, in bossen en tegen of op muren.
- Vogelwikke: Er zijn meerdere wikkesoorten, te vinden langs wegen en dijken, in bossen en tegen muren, vogels eten graag hun zaden.
- Groot springzaad: Groot blad en kleine bloemen, bij aanraking van de rijpe doosvrucht springen de zaden uit de doosvrucht om zich te verspreiden.
- Dalkruid: Witte bloemetjes, waren bijna uitgebloeid, groeit in dichte plakken in oud donker bos en zelden buiten het bos.
- Gewone salomonszegel: Bosplant, bloeit in het vroege voorjaar, tot 60 cm hoog, klokvormige witte bloemen die naar beneden hangen.
- Dagkoekoeksbloem: Er bestaat ook een Echte koekoeksbloem, een Nachtkoekoeksbloem, maar ook een Avond koekoeksbloem. De naam koekoeksbloem? Hij bloeit als de koekoek roept.
- Geel nagelkruid: Knikkend- en Kruipend nagelkruid bestaan ook. Ze hebben gele alleenstaande bloemen.
- Look-zonder-look: Algemeen langs paden en wegen, wrijf tussen duim en wijsvinger en je ruikt uiengeur, sommigen ruiken knoflookgeur. Witte bloemen, niet giftig, de jonge bladeren zijn als kruid te gebruiken.
- Robertskruid: Een keer goed bekeken, dan nooit meer vergeten. Heeft roze bloempjes en veelal roze stengels. Is geneeskrachtig maar stinkt. Heeft geveerde (driehoekige) bladeren, lijkt daarom een reigersbek maar is een ooievaarsbek. De naam Ooievaarsbek (Geranium) begint met de ‘O’ van ooievaarsbek en heeft bijna altijd rond (‘O’) blad. Reigersbek (Erodium) daarentegen heeft driehoekig geveerd (een korte en twee langere zijden ►) blad. Omdat de plant veel groeit op plekken waar mensen hem niet willen zien, noemen ze Robertskruid een 'onkruid'.
- Zevenblad: Inderdaad, zeven blaadjes. Vaste beschaduwde ’onkruidplant’, overwoekerd hardnekkig. ‘Onkruid groeit daar waar geen begroeiing is en zonlicht de aarde kan bereiken’.
Een goed systeem om (bloeiende) planten beter te leren kennen is, zo u dat wil, te luisteren naar de uitleg van de gids. Dat kon in dit geval niet of nauwelijks. Te veel bloeiende planten. De gids kon alleen maar namen noemen.
Probeer vervolgens zo veel als mogelijk hun namen te noteren en thuis in een bloemen of plantengids de genoteerde planten serieus te bekijken.
De plant wordt daar in het kort uit de doeken gedaan. Maar beter is waarschijnlijk de genoteerde planten te bekijken via internet; een computer of laptop. Hier kunt u de planten in volle glorie tot in de details bekijken; stengel, blad, bloem en wortel. Ja, zelfs beter dan met een plantenboek. Er zijn meerdere sites. Verslaglegger gebruikt veel: www.floravannederland.nl
Geplukte en geplakte bloemen. (Foto Paulien Hermes)
De grafsteen van Zegenwerp
Tijdens de wandeling kwamen wij uit bij ‘Het grafje’. Zo wordt dat genoemd. Een heus kindergrafje, Michel geeft tekst en uitleg:
Enkelen onder ons zijn hier misschien nog nooit geweest. Op een mooie plek, tussen meerdere oude beuken, was op een heuveltje een half liggend klein betonnen grafsteentje te zien met het opschrift:
“Catherine Louise, geboren op 25 september en overleden op 23 oktober 1811”.
Catherine Louise was het dochtertje van mevrouw S.W.H. van Geusau en baron Willem Arnold Alting van Geusau. Naast burgemeester van Sint Michielsgestel was hij ook lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en luitenant-kolonel van de vrijwillige Noord-Brabantse jagers. Hij en zijn vrouw waren dus niet de eersten de besten in Gestel.
Daar (uit Gestel) kwam waarschijnlijk ook het verhaal vandaan dat de baron zijn eigen kind tijdens een jachtpartij bij vergissing zou hebben doodgeschoten. Hij zou zijn kind voor wild hebben aangezien. Fake of nepnieuws? Toen ook al? Gezien de leeftijd van het kind kon dat verhaal natuurlijk niet waar zijn. Maar toch? Het verhaal was er.
Officieel is, nadat Wim van de Wouw van het Brabants Landschap het overwoekerd grafje in 1970 had ontdekt, Jan van Veldhoven in 2007 in het stadsarchief van Den Bosch het vertelsel onderzocht en vaststelde dat Catherine Louise inderdaad een maand oud is geworden en daar is begraven. De ouders hebben vermoedelijk hun kind ‘bij zich willen houden’. Hoe de regels 200 jaar geleden daarover waren zijn mij niet bekend. Zeker is, maar weinig voorkomt, dat iemand vandaag-de-dag begraven kan worden op eigen grond of, met toestemming, op de grond van een ander. In Nederland zijn daar meerdere voorbeelden van. Het gemeentebestuur moet daar dan wel een vergunning voor af hebben gegeven.
Foto Han van Meegeren. Kindergrafje van Catherine Louise, * 25-09-1811 † 23-10-1811, dochter van Mevrouw en baron Alting van Geusau.
Een minuut stilte
Vroeg onze gids toen wij even bij elkaar stonden. Niet vanwege het grafje waar wij net vandaan kwamen, maar juist om te luisteren naar natuurlijke geluiden tijdens een stille minuut. Die stilte werd onderbroken door vooral vogelgeluiden en enig geruis van bomen. Heerlijk. Dat is nog eens wat anders dan schreeuwende mensen in een voetbalstadion, schreeuwende reclames op de TV, schreeuwende zangers en zangeressen in de supermarkten enzovoort.
De Grote stinkzwam
Michel vertelt: De Grote stinkzwam is de algemeenste onder de stinkzwammen. Deze paddenstoel komt met behulp van een eier- of eitand (¹) uit een 3 tot 6 centimeter grote knol uit de grond. Die knol wordt in de volksmond aangeduid met heksen- of duivelsei. De top van de hoed van de stinkzwam, de eitand, doorbreekt het omhulsel van het duivelsei. Daar strekt zich in enkele uren de 10 tot 20 centimeter lange poreuze en holle steel uit. De hoed van de paddenstoel is dan met een groene slijmerige sporenlaag (gleba) bedekt die een zeer penetrante aasgeur verspreid. Die geur is zelfs te ruiken bij tegenwind. Dit slijm blijft aan de poten van de insecten, vliegen, kevers en strontvliegen, kleven en zorgt voor de verspreiding van de sporen (de ‘zaden’ van een paddenstoel).
(¹) Definitie eier- of eitand:
a. Een eitand is een tand die meestal wordt gebruikt bij het openen van het ei door het juveniele (niet volgroeid) dier of, in dit geval, de knol van de stinkzwam.
b. Een eitand is een speciale tand op de snavel van een ongeboren kuiken om zich uit het ei te bevrijden.
De Grote stinkzwam (Foto Piet Brugman)
De Grote stinkzwam wordt aangetroffen van mei tot en met november bij vermolmd hout in bossen, parken en tuinen. Het viel verslaglegger op dat er niet alleen aandachtig werd geluisterd, maar ook gekeken werd naar de door de gids omhoog gehouden stinkzwam. Het wordt allemaal duidelijk als u de betekenis weet van de wetenschappelijke naam Phallus impudicus. ‘Phallus’ staat voor ‘penisvormig’. En zo ziet de stinkzwam er ook uit. ‘Impudicus’ gaat voor ‘onzedelijk, ontuchtig’. De stinkzwam schijnt ook gedeeltelijk eetbaar te zijn. Alleen de steel van jonge exemplaren van de Grote stinkzwam zou eetbaar zijn. Mag ik ergens lezen. Is de zwam al aan het afgaan dan zou ik de steel maar laten voor wat het is.
De Nederlandse naam is voortgekomen uit het geloof van de mensen in vroeger tijd. Die vonden dat de duivel wel achter het feit moest zitten dat de fallus binnen slechts enkele uren uit het ei volwaardig is uitgegroeid.
Deze paddenstoel mag best bijzonder worden genoemd. Het uiterlijk van de paddenstoel zorgt voor veel humor. Daar ga ik hier verder niet op in.
De wandeling liep naar het eind. De geur van de koffie in het zwembad kwam ons al tegemoet. De koffie was oké en de cake ook. En dat voor tweevijftig. Met dank aan Michel.
Sint-Michielsgestel, 18 juni 2022
Piet Brugman
[email protected]