Op het moment van dit schrijven is het woensdag 22 juni 2022. Vandaag gaan honderden, misschien wel duizenden, boeren protesteren tegen de plannen van de regering met betrekking tot de stikstof- en CO2 uitstoot. Het is een landelijke actie en gebeurt op meerdere plaatsen in Nederland. Die boeren gaan niet op de fiets of met openbaar vervoer naar die plaatsen, maar met hun eigen tractoren. Honderden. Misschien wel duizenden. Dit mag u even in het achterhoofd houden.
Toen ik 20 jaar was, nu 66 jaar geleden, zag ik in mijn agrarisch geboortedorp nog geen tractoren in de landbouw. Die kwamen wat later. Uit nostalgie zijn er nog veel van die tractoren uit die periode in gebruik. Dat wil zeggen als hobby of als verzamelaar. Twee grotere wielen achter en twee kleine voor. Met een diesel motor, oersterk en niet kapot te krijgen. Dit om de (werk) paarden te vervangen. Dat ontwikkelde zich langzaamaan. De bestuurder van zo’n tractor had geen rijbewijs nodig, het voertuig behoefde ook geen kenteken te voeren maar mocht alleen gebruikt worden op het boerenland. Op de openbare weg rijden met een tractor was alleen toegestaan vanaf de boerderij naar het veld en terug. Ook mochten boerenproducten met de tractor over de openbare weg worden vervoerd; bijvoorbeeld suikerbieten naar een verzamelplaats brengen. De snelheid was maximum 6 kilometer per uur; het tempo van een doorstappend paard. Een rond bordje of plakplaat met rode rand met daarin het cijfer 6 op de voorzijde van de trekker was verplicht. De tijd van díe tractor is voorbij.
De huidige trekkers zijn, in vergelijken met de hiervoor omschreven trekkers, wel een maatje groter. In feite wel drie maten groter. Soms in het veld met vier dikke vette wielen achter, een complete cabine met alles erop en eraan, en de bestuurder moet in het bezit zijn van een trekkerrijbewijs. Ook een kenteken (nummerbord) op het voertuig wordt nog dit jaar (1-7-2022) verplicht.
Al die honderden, misschien wel duizenden, tractoren worden vandaag gebruikt om naar de protestpunten te rijden. Om te protesteren tegen de stikstofmaatregelen. Niet om naar het boerenland te gaan om werkzaamheden te gaan verrichten. In mijn denken behoren tractoren thuis in het veld. Immers het zijn de vervangers van de werk- en trekpaarden. Maar goed, de tijden veranderen.
Waar het mij eigenlijk omgaat is dat al die tractoren rijden op rode diesel; een fossiele brandstof. Rode diesel wordt door de regering, dus door ons burgers, gesubsidieerd door een lager accijnstarief op rode diesel te heffen. Olie is op het ogenblik wiezoal schaars en duurder in verband met de Oekraïense oorlog, maar geeft ook CO2-uitstoot oftewel vervuiling. Protesteren met tractoren tegen de plannen met betrekking tot het stikstof- en CO2-beleid van de overheid vind ik onverstandig en vervuilend. Ook het parkeren van honderden tractoren op een perceel schoon boerengrasland geeft een fikse vervuiling. Al die trekkers verliezen tijdens het parkeren oliedruppels. Dat geeft ook daar een vervuiling van de grond. Morgen worden er in die wei weer koeien ingelaten of er wordt over enige tijd weer gras gemaaid. Mét olie of ander vuil. Dat moet je als tractoreigenaar gewoon niet willen. Eén tractor in de wei of bouwland voor werkzaamheden lijkt mij meer dan genoeg. En? Als je als agrariër enig invoelingsvermogen hebt, rijd je niet met een tractor op de openbare weg als er geen landbouwwerkzaamheden mee worden uitgevoerd.
Nog ‘n keer 66 jaar terug in de tijd. Tegenover en schuin tegenover mijn geboortehuis stonden twee boerderijen. De ene boerderij (boer Heijker) had zo’n 35 melkkoeien, een bescheiden stal met varkens, wat kalveren en kippen. Deze boer had alleen maar weiland en/of hooiland. Die boer had een zogenaamd niet-gemengd bedrijf. Als jonge jongen zeiden wij dat het een 'koeboer' was. Veeboer was misschien beter. In mijn ogen was dat in die tijd een flinke boer, als u voelt wat ik bedoel. Mijn vader, die een textielwinkel had verkocht graag aan boeren. De boerin kocht het betere textiel en betaalde altijd op tijd.
De andere boerderij (boer Jacobs) was net een slagje groter. Tussen de 40 en 50 melkkoeien, een ietwat grotere varkensstal, een paardenstal met 8 Belgische trekpaarden en een fors kippenhok met kippen. Op het terrein stond ook een grote tas. Dit is een plaats (gebouw) waar de oogst van het seizoen werd opgeslagen; hooi, stro, koren die in de winter werd gedorsen, voederbieten, aardappelen en wat dies meer zij. Zijn land bestond uit weiland en bouwland. Hij verbouwde ondermeer suikerbieten, voederbieten, tarwe, haver, aardappelen en incarnaatklaver speciaal voor de paarden. Klaver wordt tegenwoordig als groenbemester gezaaid en later de grond ingeploegd omdat? Het bevat veel stikstof wat gewoon nodig is om de te telen producten te laten groeien. Stikstof? Lees verder!
Maar eerst nog even naar de twee beschreven boeren. Nogmaals, beide boeren waren, zoals ik daar toen tegenaan keek boeren die het goed konden stellen. Zij hielden er een goede boterham aan over. Financieel zat het wel goed. Dacht ik. In die tijd waren er in Hazerswoude dorp meer van dit soort boeren te vinden; ik denk aan de boeren Kaptein, Van Wieringen, Noordam, Alkemade, Stokman, Van Leeuwen en zo zijn er best nog een paar te noemen.
Eén rund per ha. Niks aan de hand. Te zien vanuit mijn appartement in 's-Hertogenbosch. Prachtig!
Foto Piet Brugman.
Op de manier zoals deze boeren boerden, was weinig aan te merken. Overschot aan mest was er niet. Het vee in de stal produceerde mest en die mest werd uitgereden naar de landerijen en over het land verspreid en verdeeld. Er was geen mestoverschot.
Van de room van de melk werd boter en kaas gemaakt. Afgeroomde melk, ‘wei’ genoemd, kregen de varkens. Een keer per jaar werd er voor het gezin een varken geslacht en de rest werd voor de slacht verkocht. Suikerbieten gingen naar de suikerfabriek in Dinteloord, voederbieten waren vooral als voer voor de koeien en de paarden. De koeien gingen in het voorjaar de wei in. Die koeien poepten gewoon waar ze liepen. De kraaien of andere vogels pikten uit de poep nog een graantje mee en verspreidden op die manier de poep over het land. Die koeien te zien lopen was een prachtig gezicht. Niet te druk. Nee, gezellig druk. Alles was te overzien. Geen problemen. De boer, laat ik maar zo zeggen, leek tevreden en kon zich financieel goed behelpen. Geen vuiltje aan de lucht. Waarom kan dat vandaag-de-dag niet meer? Van alles maar niet te veel geeft geen problemen voor de natuur.
Dit alles kwam zo maar in mij op toen ik een dag of 10 geleden in de omgeving van Eindhoven langs een perceel weiland reed waarop een enorm aantal koeien graasden. Ik vond het afschuwelijk. De herinneringen uit de tijd van toen werd volledig onderuit gehaald. Waarom zoveel vee op verhoudingsgewijs veel te klein weiland. Twee tot drie runderen per hectare is meer dan genoeg. Het blijft dan allemaal verantwoord.
Daarom voelt het voor mij goed dat de veeboeren hun aantal beesten moeten gaan verminderen. Om de stikstofuitstoot te verminderen? Ja, omdat er te veel van is. En als dat zo is? Dan gaat de natuur het afleggen. Verdwijnen. Op termijn. Geen groen, geen mensen. Met de beste wil van de wereld kan ik niet begrijpen dat er boeren zijn die 120 tot 180 koeien, 120.000 kippen of 6000 geiten moeten houden. En echt; boeren weten en wisten echt wel wat stikstof is en was. Op de land- en tuinbouwscholen wordt en werd het onderwerp ‘stikstof’ echt onderwezen. Ik zou zeggen: boeren zijn kleine wetenschappers op het onderwerp stikstof, ammoniak uitstoot en CO2 uitstoot.
Laat ik hier duidelijk zeggen dat steller van dit bericht (Brugmanpraat) op dit terrein geen expert is. Integendeel, was ik het maar. Toch nog een paar punten die ik vond op internet om enig inzicht te krijgen in ons nationaal en internationaal probleem.
Stikstof is een onmisbare voedingsstof voor de groei van planten. Het is een gas dat overal om ons heen is. Ongeveer 78 procent van alle lucht is stikstof en is niet schadelijk voor de mens en het milieu.
In de laatste eeuw leidde het gebruik van kunstmest en drijfmest, waarvan stikstof een belangrijk component is, tot hogere gewasopbrengst. Ja, zelfs tot 3 à 6 keer hogere opbrengst in de landbouw. Dit laatste is niet helemaal normaal. Voel ik aan. Biologische boeren en tuinders mogen niet voor niets geen kunstmest gebruiken. En drijfmest dan? Wat denkt u?
Drijfmest: Een verzameling van dierenstront vermengt met dieren-urine (gier). En dat alles ligt in een gierkelder te gisten tot het wordt uitgereden. (Vies goedje hoor!).
Kunstmest: Het samenvoegen van chemische stoffen die aan land- of tuinbouwgrond wordt toegevoegd ter bemesting daarvan. Kunstmest is begin 20e eeuw ontdekt door chemicus Von Liebig. Kunstmest en kunstbloemen zijn beide kunst oftewel nep. In de land- en tuinbouw heb je organische mest nodig; kunstmest moet u zien als een bijproduct bij de organische mest.
Organische mest: wordt gevormd uit dierlijke en plantaardige grondstoffen. Korte definitie. Dierenmest gemengd met stro, hooirestanten en planten.
Stikstof N2 is onschadelijk. Anders is dat met stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3).
Stikstofoxiden komen vooral in de lucht terecht door de uitlaatgassen van het verkeer en de uitstoot van de industrie.
Stikstofoxiden komen vooral vrij bij verbranding van kolen, aardolie en aardgas; fossiele brandstoffen.
Als we het hebben over milieuvervuiling, dan hebben wij het over stikstofoxiden; een verbinding van stikstof en zuurstof. Als er een verbinding is van stikstof met waterstof, dan hebben wij het over ammoniak (NH3). Ammoniak komt vooral vrij uit de mest en urine van veeteeltdieren.
Ammoniak is een betrouwbaar koelmiddel. Het wordt veel gebruikt in de voedingsmiddelen en industriële fabrieksprocessen. De overheid steunt het gebruik van ammoniak in koelinstallaties, maar stelt wel strenge eisen.
Ammoniak is een kleurloos gas dat sterk ruikt. Het is een verbinding van stikstof en waterstof. Ammoniak wordt in grote hoeveelheden overal in de wereld gemaakt. Ze wordt het gebruikt voor het maken van kunstmest, schoonmaakmiddelen en koelmiddel voor grote koelinstallaties.
Het zit ook in mest. Het ontstaat wanneer dieren eiwitten eten. In hoge concentraties is ammoniak giftig voor mensen, dieren en planten.
Dierenmest: Eens was er een tijd dat mest van vee een schaars was. Denk aan de tijd van de potstal. Kunstmest was een goede oplossing. Maar waar ‘te’ voor staat is nooit goed wordt altijd beweerd.
In 2050 moeten wij fossielvrij zijn.
Aan het eind zegt Brugmanpraat: Op dit onderwerp schiet mijn kennis te kort. Wel heb ik belangstelling voor dit onderwerp. Ik ben er van overtuigd dat het boeren (werkwoord) zoals het nu gaat niet goed is. Zonder boeren, is mijn oprechte mening, kunnen wij niet en willen wij ook niet. Maar overdreven boeren is niet goed. Boeren hebben de plicht, samen met de industrie en het verkeer, het ecosysteem in balans te houden. Boeren doe je van binnenuit. Liefde voor het vak moet voorop staan. Niet het meer, meer, meer principe!
Tegen de boeren wil ik zeggen: Stop met dat demonstreren met die trekkers. Maak het je medeburgers niet moeilijk. Er is al herrie genoeg in de wereld. Hou je aan de wettelijke voorschriften. Ga serieus in gesprek en probeer te redden wat reëel is. Wil je dat niet dan voorspel ik grote milieuproblemen voor u en de uwen en het hele Nederlandse volk. God straft streng en rechtvaardig. Dat doet Hij niet zelf. Daar heeft hij dé natuur voor ingehuurd. De eerste tekenen zijn er al. Morgen, 5 juli, is Schiphol aan de beurt. Doe het niet! Ga gewoon je werk doen!
’s-Hertogenbosch, 4 juli 2022
Piet Brugman