Inleiding
Iedere maand, 12 keer in het jaar, houdt de seniorengroep Gestel de maandelijkse natuurwandeling. Er wordt gewandeld, zo’n vier tot viereneenhalve kilometer, en aandacht geschonken aan de natuur. Dat gebeurt elke tweede woensdag van de maand. Dit keer was dat op 14 september. De groep verzamelde zich op de parkeerplaats van sporthal De Theereheide, Eikenlaan 5 in Gestel. Buienradar gaf regen aan. Het was niet droog, maar het viel allemaal best mee.
Michel van de Langenberg, de organisator van deze wandeling, heette niet alleen de aanwezigen welkom maar ook gastgids José van Oers. Zij is natuurgids en volgde een opleiding tot ecologisch hovenier. Die is bedoeld om tuinen en (heem)parken te kunnen aanleggen en te onderhouden waar veel ruimte is voor inheemse planten en dieren. Voor vandaag klinkt dat niet verkeerd.
Je leest er snel overheen. Ik bedoel ‘ecologie’ en ‘natuurbeheer’. Verslaglegger wil het eenvoudig houden. Het woord ‘ecologie’ mag je uitleggen als ‘milieuvriendelijk’. ‘Natuurbeheer’ in: Zorg voor het landschap, of, zorg voor landschappelijke gebieden, of, het werk dat nodig is om de natuur in evenwicht te houden, of, de zorg voor onderhoud van het natuurlandschap. Het klinkt eenvoudig, maar de uitvoering is geen sinecure.
Starten bij genoemde sporthal betekent dat de route vandaag gaat richting Landgoed Zegenwerp, golfclub De Dommel en het Gemeentebos. Het werd vooral Landgoed Zegenwerp. De gidsen José en Michel gaan ons voor in de route.
Landgoed Zegenwerp
Landgoed Zegenwerp is 70 hectaren groot. Het landgoed wordt al genoemd in 1306. Het is een (te) leen van Oud-Herlaer. De heren van Zegenwerp hadden de visrechten op een stuk van de Dommel. Het gebied ligt op een flinke dekzandrug. Dit is een zandhoogte ontstaan in de laatste ijstijd door opgestoven dekzand (fijn korrelig zand). José vertelt:
De naam ‘Zegenwerp’ is een verbastering van werpen-met-de-zeeg, oftewel vissen-met-een-sleepnet. In die tijd een gebruikelijke manier van vissen. Landgoed Zegenwerp is een adellijk landgoed dat in 1809 werd gekocht door baron Willem Arnold Lamoraal van Geusau die toen burgemeester was in Sint Michielsgestel. De familie Von Geusau behoort tot de oude adel van Thüringen. In 1828 verkocht hij het landgoed weer. Daarna volgden meerdere eigenaren. Ondermeer de familie Van Lanschot; een bekende Nederlandse bankiersfamilie. Ik heb begrepen dat nazaten van de familie Van Lanschot Huis Zegenwerp nog steeds bewonen.
Vanaf 1850 werd het landgoed omgevormd naar Engelse landschapsstijl en is Stichting Brabants Landschap grotendeels eigenaar van het landgoed. Misschien goed om te weten dat de boomopstanden op Zegenwerp tussen de 100 en 140 jaar oud zijn. Lees ik ergens. Tegelijk lees ik ook dat de bomen in goede conditie zijn.
Vissen met de zeeg hier in beeld.
Op een gedeelte van dit landgoed, ingeklemd tussen de Dommel en de Gestelseweg, ligt het terrein van ‘Golfclub De Dommel’. Opgericht in 1928 en bestaat al meer dan 90 jaar. In de loop van die jaren veranderde de baan van 9 holes in 1928 naar 14 holes vanaf 2014. Wij liepen er doorheen, omheen of er langs om naar het volgende punt, het kindergrafje, te gaan.
Het kindergrafje op landgoed Zegenwerp
‘Het grafje’. Zo wordt het ook wel genoemd is een heus kindergrafje.
Michel geeft tekst en uitleg. Enkelen onder ons zijn hier misschien nog nooit geweest. Maar hier op deze mooie plek, tussen meerdere oude beuken, is op een heuveltje een nagenoeg platliggend klein betonnen grafsteen te zien met het opschrift:
“Catherine Louise, geboren op 25 september en overleden op 23 oktober 1811”.
Catherine Louise was het dochtertje van mevrouw S.W.H. van Geusau en baron Willem Arnold Alting van Geusau. Naast burgemeester van Sint Michielsgestel was de baron ook lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en luitenant-kolonel van de vrijwillige Noord-Brabantse jagers. Hij en zijn vrouw waren dus niet de eersten de besten in Gestel.
Daar (uit Gestel) kwam waarschijnlijk ook het verhaal vandaan dat de baron zijn eigen kind tijdens een jachtpartij bij vergissing zou hebben doodgeschoten. Hij zou zijn kind voor wild hebben aangezien. Fake- of nepnieuws? Toen ook al? Gezien de leeftijd van het kind kon dat verhaal natuurlijk niet waar zijn. Maar het verhaal was er wel.
Officieel is, dat Wim van de Wouw van het Brabants Landschap het overwoekerd en daardoor gecamoufleerd grafje in 1970 ontdekte. Jan van Veldhoven onderzocht in 2007 in het stadsarchief van Den Bosch het vertelsel. Hij stelde vast dat Catherine Louise inderdaad een maand oud is geworden en daar is begraven. De ouders hebben vermoedelijk hun kind ‘bij zich willen houden’. Hoe de regels 200 jaar geleden daaromtrent waren zijn mij niet bekend. Zeker is, maar weinig voorkomt, dat iemand tegenwoordig begraven kan worden op eigen grond of, met toestemming, op de grond van een ander. Maar niet in het achtertuintje van een rijtjeswoning. Het moet wel serieus zijn. In Nederland zijn enkele voorbeelden van begraven op eigen grond bekend. Zoals hier. De locatie moet wel vooraf formeel de status van begraafplaats hebben gekregen. De gemeenteraad van de desbetreffende gemeente gaat er over.
Dalkruid
Niet ver van ‘het grafje’ verwijderd stuitte José op dalkruid. Bij de meesten van ons wel bekend. José moest kwijt dat dalkruid familie is van het lelietje-van-dalen; de familie van de lelieachtigen. Dat was waarschijnlijk niet bekend. Iemand vroeg of dalkruid giftig is. Er was enige discussie. Antwoord op internet gevonden: ‘Dalkruid is een giftige vaste plant’. Waarvan akte!
De haagbeuk is ook een boom
Wie weet, vroeg José terwijl zij een boom aanwees, wat de naam is van deze boom? Het bleef stil. Verslaglegger dacht nog, het blad lijkt verdraaid veel op het blad van een beuk. Maar een haagbeuk kwam niet in mij op. Als ik haagbeuk hoor, denk ik aan een haag of heg van 60 tot 180 centimeter hoog. Edoch, plant je een jonge haagbeuk van 60 centimeter en je blijft er verder vanaf, dan groeit hij uit tot een haagbeuk(boom). Zoals hier. Een duidelijk kenmerk van een volwassen haagbeuk zijn de ‘spierbundels’ op de lengterichting van de stam. Die lijken op natuurlijke scheepstouwen van hennep of vlas van zo’n 25 millimeter dik. Ze waren hier duidelijk te zien. José maakt het ons duidelijk. Weer wat geleerd.
Blad haagbeuk (lijkt op een plisérokje) Blad beuk (glad en een gegolfde rand)
‘Een beukenhaag is een haag van beuken’. Is dat fout of goed? Niet fout maar ook niet goed. Een beukenhaag kan bestaan uit beuken, maar ook uit haagbeuken. Het zijn wel twee verschillende beuken; dé Beuk (Fagus Sylvatica) en de Haagbeuk (Carpinus betulus). Geen familie van elkaar. Verwarrend. Wanneer iemand zegt: ‘Ik heb een beukenhaag in mijn voortuin’, dan leg ik dat uit als zijnde een haag van beuken. Echte beuken; de groene of de rode. Heb je in je voortuin een haag van haagbeuken dan moet je zeggen: ‘Ik heb een haag van haagbeuken in mijn voortuin’. Of ik heb een beukenhaag van haagbeuken in mijn voortuin. Dus niet ‘Ik heb een beukenhaag in mijn voortuin’ want dan bedoel je die andere haag. Kunt u het nog volgen?
Tip: Wilt u in uw tuin een dichte haag in de winter? Ga dan voor een beukenhaag. De bladeren van deze haag verdorren in het najaar, maar vallen pas af eind april van het daarop volgende jaar. Uw privacy (inkijk) rondom uw woning is dan beschermd. Een voordeel is ook nog dat een dorre haag in de winter als schuilplaats kan dienen voor vogels en andere kleine dieren.
Gaat u voor een open haag in de winter? Zoek dan naar een haag van haagbeuken. Hun bladeren verkleuren en verdorren in het najaar, maar vallen voor het grootste deel in de winter af. Uw privacy rondom uw woning is in de winter dan minder beschermd. Maar u hebt wel uitzicht,
De Engelse tuin en de bomenwei
We vervolgden onze route en gaan naar het volgende onderdeel; de ‘bomenwei’ of de ‘schapenwei’ nabij Huize Zegenwerp en uitleg over ‘Engelse Landschapsstijl’.
Wij liepen richting Huize Zegenwerp; een ‘eenvoudig’ landhuis uit eind 1700. Mag ik ergens lezen. Daartoe kwamen wij uit in de bomenwei. Die heette voorheen schapenwei. Een schapenwei was omheind. Dat zou hier dan ook geweest moeten zijn. De schapen maakten plaats voor meerdere monumentale solitaire bomen. Vandaar nu de naam bomenwei. José liep met ons langs meerdere monumentale bomen en gaf daarbij in het kort tekst en uitleg.
Als eerste de bekende Mammoetboom (Sequoiadendron giganteum), een oude- en jonge Tulpenboom (Liriodendron tulipiferum), een Japanse notenboom (Ginkgo biloba), een Moerascipres (Taxodium distichum) een Weymouthden (Pinus strobus), een Hollandse linde (Tillia x europaea), een Wierookceder (Calocedrus decurrens) en, ik meen, ook nog de Reuzenlevensboom (Thuja plicata) en nog wat bekendere bomen.
Alle genoemde bomen kan ik natuurlijk hier niet met u doornemen. Misschien een idee om eens met een groep bomenliefhebbers onder leiding van een bomenkenner (José?) een serieuze bomenronde op Zegenwerp te maken? Eén boom brengt verslaglegger in het kort hier nog even aan de orde. Ik ben zo vrij.
De Mammoetboom van top tot teen op Zegenwerp uit 1851 en ca. 32 meter hoog. Fotograaf onbekend. Maar ere wie ere toekomt; een machtige foto.
De mammoetboom
De tweede wetenschappelijke naam van de mammoetboom is giganteum. ‘Gigantisch’, groot zou je kunnen zeggen. De mammoetboom is de grootste en de zwaarste boom onder de bomen, maar niet de hoogste. Dat zou de kustmammoetboom (Sequoia sempervirens) moeten zijn; leerde mij de bomenboekjes. Meer dan 100 meter hoog. Wel in de Verenigde Staten. In Nederland redt hij dat bij lange na niet.
Michel vertelt: De mammoetboom is een sequoia(dendron), een naam van bomen die ingedeeld zijn bij de cipresfamilie. Maar? Sequoia was ook een indiaan, een Cherokee indiaan in Californië. Botanicus Endlicher mocht als ontdekker van deze boom in1847 de boom een wetenschappelijke naam geven. De mammoetboom werd overigens voor de tweede keer ontdekt in het leefgebied van de Cherokee-indianen. Men ging er van uit dat de mammoetboom was uitgestorven. Sequoia en zijn stam zal hem daar in de bossen wel de weg hebben gewezen. Sequoia ontwikkelde ook een handschrift voor zijn volk. Hij was niet zomaar de eerste de beste indiaan. Voor de botanicus Endlicher is dat de reden geweest om de eerste naam van beide bomen aan Sequoia te geven. Nóg een mammoetboom.
In het dorp Wessem, drie kilometer vanaf Thorn in midden-Limburg, kocht een inwoner, hij was handelsreiziger, een jonge mammoetboom. Dat was in die tijd niet altijd gemakkelijk. Mammoets waren schaars in die tijd. Hij deed de jonge boom cadeau aan zijn vrouw. Zij plantte de boom in de grote voortuin. Rond 1892. De alleen staande mammoet groeide op tot een volwassen boom. De plantster overleed. Het huis met tuin moest worden verkocht. Maar zij liet vooraf notarieel vastleggen dat de boom moest blijven staan zolang de boom leefde. De woning werd nog een keer verkocht. De boom bleef wederom staan. Toen de woning voor de derde keer verkocht werd, kocht de gemeente het pand en de tuin. Voor uitbreiding. Er werd in het centrum een plein aangelegd met verlegging van wegen rondom de boom. Tussen de dorpswegen is nu een kleine parkeerplaats gecreëerd waar de boom een plek heeft gekregen. Aan het Van Horneplein. Hij is nu (in 2022) zo’n 130 jaar oud en geschat 29 meter hoog. Iets minder dan ‘de onze’ maar wel breder. Een markantpunt in het dorp. Over naar José.
José gaf uitleg over Engelse landschapsstijl. Zij liet ons kijken naar het open weidegebied waarin meerdere alleenstaande bomen stonden. De hiervoor genoemde bomenwei. Ook wees zij ons om te kijken naar de verschillende hoogtes en kleuren van de verschillende bomen. Verder kijkend zagen wij rondom de bomenwei op de achtergrond bos waar wij al gedeeltelijk doorheen hadden gelopen.
Michel vertelt tussendoor dat er tussen de verschillende landgoedeigenaren een soort van rivaliteit heerste. Niet alleen wie de mooiste bomen had maar vooral wie de meest bijzondere (uitheemse) bomen had. Liefst bomen die een ander nog niet op zijn landgoed had. De landgoed-eigenaren wilden elkaar graag de loef afsteken met bomen die je toen maar zelden zag.
Toch heb ik even gezocht naar een soort van beschrijving of definitie van wat Engelse Landschapsstijl wordt genoemd.
Dat is een tuin of park die in een bepaalde periode is aangelegd en bestaat uit ruimtelijke kenmerken als slingerende paden, hoogteverschillen, vijvervormen of waterpartijen, solitaire bomen in verschillende kleuren, onverwachte vergezichten, bosschages langs de randen en bijzondere bouwwerken.
Engelse landschapstuinen werden voor het eerst toegepast vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw en het begin van de negentiende eeuw. De inspiratie daartoe kwam onder andere uit de reizen naar Engeland alwaar deze tuinen veel voor kwamen en komen. De Engelse tuin is de tegenhanger van de Franse tuin die meer gericht was op symmetrie; de ene helft wordt gezien als het spiegelbeeld van de andere helft. Men stapte af van het idee dat de natuur beheerst moest worden door de mens.
Tot slot wil ik nog even melden dat er op Landgoed Zegenwerp zes mammoetbomen zouden staan en dat de driepootberk, José wees hem aan, in geen enkel bomen- en puzzelboek voorkomt. De ‘driepootberk’ zou een echte boom kunnen zijn, maar bestaat niet. Hier zijn gewoon drie jonge berkenboompjes bij elkaar in één plantgat gepoot. Die groeien tezamen op als een boom met drie stammen. Althans zo lijkt het. In liefde verenigd. Om nooit te vergeten.
Maar er is nog een andere mogelijkheid; hakhoutbeheer.
Bij hakhoutbeheer werden of worden veelal jongere bomen afgezaagd op een hoogte die gelijk is aan de dikte van de stam. Struiken op 15 tot 20 centimeter boven de grond. Zowel de bomen als de struiken zullen vanuit de delen die overblijven gaan uitlopen. Bij bomen krijg je dan meerdere stammen te zien zoals de ‘driepoot berk’. Struiken groeien ook uit vanuit de overblijvende takken en vanuit de grond wanneer de struiken direct boven de grond zijn afgezaagd. Dit onder de noemer 'snoeien doet groeien'. Hakhout werd in het verleden veel toegepast voor brand- en geriefhout. Geriefhout is voor eigen gebruik. De meeste loofbomen lenen zich voor hakhoutbeheer. Veelal eiken. Naaldbomen lenen zich nagenoeg niet voor hakhoutbeheer. In natuurterreinen bestaan nog houtwallen die aangelegd zijn in vroeger tijden. Die moet je dan ook onderhouden, Dat noemt men hakhoutbeheer.
Een ‘Zespoot-esdoorn’? Natuurlijk niet. Het zijn meerdere bomen bijeen of er is hakhoutbeheer toegepast. De boom hier lijkt mij een Suikeresdoorn.
Ondertussen werd het tijd voor de koffie in de sporthal. De koffie mocht betaald worden maar de koek was van de Natuurgroep. José bedankt voor je komst en uitleg. Ik ben zo vrij; kom nog eens terug. Michel ook bedankt. En de deelnemers ook bedankt voor het komen.
Niets is van mijzelf. Ik heb geluisterd, gelezen, gezien en getracht er een verhaaltje van te maken.
Sint-Michielsgestel, 24 september 2022
Uw verslaglegger Piet Brugman
[email protected]