Inleiding
Zo’n 50 seniorleden en niet-leden verzamelden zich daarvoor op 12 oktober op het parkeerterrein van Eetcafé De Oude Ketting aan de Bosscheweg 74 in Boxtel. Deze maandelijkse wandeling, op iedere tweede woensdag van de maand, vindt steeds plaats in een ander (natuur)gebied. Dit keer was de wandeling gepland in natuurgebied Sparrenrijk dat ligt aan de overkant van het eetcafé.
De natuur was ons welgezind. Prima weer. Dat zit zo: Als meerdere mensen serieus en met goede bedoelingen de natuur intrekken, zal Ik (Natuur) u allen op uw paden begeleiden.
Het natuurterrein Sparrenrijk:
Het kan bijna niet anders dan dat de naam ‘Sparrenrijk’ rijk-aan-sparren betekent. In dit geval rijk aan naaldbomen. Het zou ook nog kunnen dat iemand rijk geworden is aan de verkoop van (naald)bomen. Sparrenrijk was (is) immers een productiebos waarbij productie en verkoop van hout het voornaamste doel was (is). In de houtproductie is geduld een schone saeck.
Meestal wordt er bij een productiebos één soort bomen aangeplant. Die bomen worden dan op korte afstand van elkaar gepoot om ‘snel’ de hoogte in te groeien. Vanuit de donkerte, óp naar het licht! Voorkomen wordt daardoor dat het hout grote knoesten gaat vertonen. Knoesten, noesten of kwasten in een uit een boomstam gezaagde plank, zijn de plekken waar eens kleine en grotere (zij)takken aan de stam van de boom groeiden. Knoesten wil men zoveel mogelijk beperken.
Door gebrekkige lichtinval is er onder de bomen weinig onderbegroeiing.
Het werd duidelijk toen wij de Bosscheweg vanaf de parkeerplaats De Oude Ketting overstaken. Het bos bestaat voor een groot gedeelte uit naaldbomen; oude, rechte, hoge naaldbomen.
Kortom: Wil je kaarsrechte bomen met zo weinig mogelijk noesten produceren, dan moet je de jonge bomen dicht bij elkaar planten om de kronen van de bomen gesloten te houden. Er komt dan minder licht onder de bomen en dat beperkt de groei van zijtakken.
Voorbeeld-Productienaaldbos. Bomen dicht opeen, stammen recht en boomtoppen op naar het licht!
Mooie en duidelijke foto. Geleend van internet ter verduidelijking van het onderwerp. Dank daarvoor.
Deze foto deed me denken aan het Mastbos in Breda. Daar groeien veel masjes. Masjes staat voor mastbomen. Een masje of een mastboom is een hoge boom met een kaarsrechte stam met zo weinig mogelijk knoesten en geschikt om scheepsmasten van te maken.
Geschiedenis Sparrenrijk
Het gebied is lang in bezit geweest van de familie Van Rijckevorsel, die een deel van de Halsche Heide tussen 1865 en 1895 heeft bebost. Uit deze tijd zijn nog enkele lanen en (voormalige) boerderijen aanwezig. In 1910 werd het landgoed afgesplitst van Eikenhorst en gekocht door de leerlooiersfamilie Van Lieshout. Die liet de meeste van de huidige bomen planten. Er staan dus bomen die tussen de 130 en 150 jaar oud zijn. Om er aan te verdienen! Pas sinds 1944 wordt het gebied 'Landgoed Sparrenrijk' genoemd. In 1954 werd het bos aangekocht door de gemeente Boxtel. De gemeente beheert het sinds eind twintigste eeuw samen met de 'Werkgroep Natuur- en landschapsbeheer Boxtel'.
Sparrenrijk is 53 hectare groot. Het gebied kenmerkt zich door een patroon van rechte bomen, met bomen omzoomde dreven (onverharde bospaden) in een rechthoekig patroon. Het westelijk deel van het gebied werd in 1912 als naaldbos op rabatten geplant. ‘Rabatten’ zijn (toen) met de hand uitgegraven opgehoogde stroken grond in natte gebieden waarop bomen werden geplant. Nog steeds voor de houtproductie.
Later werden er ook veel Amerikaanse eiken aangeplant. Die groeien drie keer sneller dan onze eiken. Dus drie keer eerder ‘oogsten’.
Sinds 2010 brengt de gemeente Boxtel meer variatie aan in het naaldbos om de natuurwaarden te verhogen door bomen te dunnen en inheemse loofboomsoorten aan te planten.
Michel, onze gids, vertelt: Op het ogenblik wordt er gewerkt om het naaldboomgedeelte om te vormen van productiebos naar klimaatbestendig natuurlijkbos. Wij zien knetterrechte naaldbomen die tot aan de ‘hemel’ reiken. Dit omdat ze eens dicht bij elkaar zijn geplant en het (zon)licht met alle geweld opzochten. Er wordt thans ruimte gemaakt door bomen te vellen. De ontstane open plekken kunnen zich gaan ontwikkelen. Soms laat men enkele gezonde bomen (overstaanders) staan en worden verschillende soorten inheemse loofbomen en struiken aangeplant. Ook laat men de natuur gedeeltelijk z’n gang gaan. In oude dennenbossen is de grond vaak aan de zure kant. Dit komt omdat bomen, bij gebrek aan licht en lucht, in het verleden te dicht en te lang bijeen hebben gestaan. Om naaldbossen om te vormen ben je afhankelijk van de eigenaar. Hij of zij bepaalt hoe en wat. Er zijn verschillende theoretische en praktische mogelijkheden. Maar samen, de gemeente Boxtel en de ‘Werkgroep Natuur- en Landschapsbeheer Boxtel’, mag je er van uitgaan dat het waarachtig wel goed gaat komen. Maar voor dat dit productiebos daadwerkelijk is omgevormd tot een natuurlijkbos, moeten we toch wat jaartjes geduld hebben.
Paddenstoelen
Het is oktober, het is herfst en vochtig. De paddenstoelen schieten als paddenstoelen uit de grond. Een interessant maar moeilijk onderwerp. Michel vertelt: Er zijn drie soorten paddenstoelen. Verslaglegger probeert ze nog eens op een rijtje te krijgen.
1. De opruimers of de afvalverwerkers (de saprofyten). 70 procent van paddenstoelen zijn opruimers. Zij voeden zichzelf met dood materiaal zoals oude boomstronken en gevallen bladeren en takken. Zo simpel is het. Omarmen deze groep!
2. De samenwerkers (de symbionten of mycorrhiza vormers). 23 procent van de Mycorrhiza (betekent schimmels én wortels) zijn gunstige schimmels die ondergronds samenleven (in symbiose) met de wortels van plant of boom. Zeg maar: De een heeft de ander nodig. Ook deze groep omarmen!
3. De moordenaars (de parasieten). Klinkt heftig! Zeven procent ongunstige schimmels dringen, doorgaans verzwakte, planten of bomen binnen om een rottingsproces op gang te brengen. Zij melken hun slachtoffers uit. Let wel; zij kunnen ook gezonde bomen aantasten. Maar liever verzwakte bomen.
Moeten wij deze moordenaarsgroep ook omarmen? Verslaglegger zegt ‘ja’! Maar wel beperkt. Bij deze groep hoor je ook wel: De een z’n dood is de ander z’n brood. Een bioloog vertelde mij eens: Dat gaat niet helemaal op. Parasieten zijn ook in het ecosysteem belangrijke schakels! Dat lijkt aannemelijk.
Wij zagen verschillende paddenstoelen op onze route. Ik schreef er wat op en loop ze met u door. Misschien nu even de paddenstoelengids erbij pakken. Internet kan ook. Wat mag u weten van de volgende paddenstoelen?
De spechtinktzwam
- Het vruchtlichaam bestaat uit een steeltje met een hoed.
- De hoed verandert in een donkere op inkt lijkende vloeistof.
- De zwarte regendruppels aan de rand van de hoed bevatten duizenden sporen.
- Sporen zijn te vergelijken met de zaadjes van b.v. bloemen. Wel anders.
- Er zijn meerdere soorten inktzwammen. Wij zagen de spechtinktzwam.
- Inktzwammen zijn saprofieten, oftewel opruimers.
Hier ziet u ze. Twee Spechtinktzwammen. Foto Kitty Croes uit onze eigen groep.
Zwavelkopjes
- Groeien in bundels en zijn het hele jaar door te vinden.
- Op rottend hout, op oude stronken of omgevallen bomen.
- De gele hoedjes zijn bovenop oranjebruin.
- Zeer algemeen, giftig en het zijn opruimers; saprofieten.
- Er zijn drie soorten; de gewone-, de dennen- en de rode zwavelkopjes.
De Gewone krulzoom
- Is algemeen voorkomend en leeft in symbiose en is dus van nut.
- Er zijn meersere soorten krulzomen.
- De rand van de olijfbruine fijn gevoelig hoed is ingerold (gekruld).
- Werd vroeger veel gebakken en gegeten. Is de eters slecht bekomen. Wordt nu echt afgeraden.
De vliegenzwam
- Opvallende paddenstoel en algemeen voorkomend.
- De witte ’stippen’ zijn geen echte stippen maar stukjes van het groeiomhulsel dat de jonge zwam omgaf.
- De hoeden werden vroeger in een schoteltje melk gelegd om vliegen te lokken en te laten snoepen om ze . . . te doden. Vandaar de naam.
- De vliegenzwam valt als paddo onder de Opiumwet. Heeft een hallucinerende werking.
- De plaatjes onder de hoed en de sporen zijn wit.
- Het is een knolamaniet; heeft onderaan de steel een knol omgeven met een beurs.
Twee vliegenzwammen. Foto van verslaglegger of van iemand anders.
De Groene knolamaniet
- Alle delen, inclusief de sporen, zijn zeer giftig. Handen wassen na aanraking.
- In het Engels heet deze paddenstoel ‘death angel’; dode engel. Lijkt duidelijk.
- Vooral te vinden in de omgeving van loofbomen.
- De hoed is olijfgroen tot amandelgroen.
Heksenboter
- Is een slijmzwam. Geen paddenstoel. Er zijn 900 soorten slijmzwammen.
- Slijmzwammen hebben hun eigen rijk, naast dat van de dieren, de planten en de schimmels.
- De slijmzwam ziet bijna altijd uit als een gele klodder (boter).
- Er is geen Nederlandstalige veldgids over slijmzwammen. Hoe kan dat?
- Het Zilveren Boomkussen is een algemene slijmzwam, kom je vaak tegen in bossen. Wit van kleur en 10 centimeter doorsnee. Lees ik ergens.
Heksenboter op dode boomstam. Niet zo geel als boter, maar toch? Foto Kitty Croes.
De Reuzenzwam
- Vormt een enorme ‘bos’ naast- en boven elkaar gelegen hoedjes.
- Aan de voet van de bos is een gemeenschappelijke stomp of schijnsteel te vinden.
- Het vlees is eerst wit, vervolgens donker en ten slotte zwart.
- Veelal te zien aan de voet van dode of stervende beuken.
De Grote sponszwam
- Parasiteert op boomwortels of houtstrooisels van dennen.
- Lijkt ietwat op krulsla.
- Groeit aan één steel wat je niet zou denken.
- Is eetbaar en smaakt ook nog. Wel zorgvuldig schoonmaken en bakken in boter, échte boter.
Gewone elfenbankjes
- De kleine, horizontaal geplaatste hoedjes, zouden uitermate geschikt zijn voor elfjes om op te zitten.
- Het zijn net gestapelde terrassen met een golvende rand.
- Elfenbankjes zijn er in allerlei kleuren en in meerdere soorten.
- Het zijn opruimers, saprofieten, op dode stronken, stammen en takken van loofbomen en soms op sparren.
- Worden in China en Japan al lang gebruikt in de geneeskunde.
Elfenbankjes op boomstam. Laat ze maar komen. Die elfjes. Foto Kitty Croes.
De parelstuifzwam
- Steel en hoed vormen één geheel; knotsvormig. Kleur wit tot olijfkleur.
- De hoed is peer- tot bolvormig. Op het bovenste deel zijn stekels en wratjes te zien.
- Groeit in weilanden, loof- en naaldbossen. Saprofiet (opruimer).
De roodgerande houtzwam
- Het vruchtlichaam is eerst rond, daarna wordt het waaierig, hoefvormig of consolevormig.
- De oppervlakte is zwart-bruinachtig. De rand is lichter van kleur; soms rood en soms andere kleuren.
- De onderzijde is lichtgeel en soms druipt er een witte latex vanaf.
- Het is een parasitaire schimmel die na het afsterven van de gastheer (een boom) verder leeft als saprofiet. Van moordenaar naar opruimer! Dat kan ook nog.
- Op sparren, soms op berken, esdoorns en beuken.
Naar het eindpunt van de route
Om 11:00 uur is het tijd voor het-snoepje-van-Nol. Nol is lid van de vereniging en trouw aanwezig bij de seniorenwandelingen. Om elf uur deelt hij altijd een snoepje uit. Uit oogpunt van hygiëne zijn de snoepjes altijd in papiertjes verpakt. Ga zo door Nol!
Tegelijkertijd staat Michel stil bij de aanwezigheid van Bert Schellekens. Bert is een heuse veteraan en heeft in het verleden veel gedaan in- en voor de natuur. Michel zei veel van Bert te hebben geleerd. Daarvoor sprak hij zijn dank uit tegenover Bert. Wij waren er getuige van.
De Douglasspar
In het begin van de wandeling liepen wij bijna een prachtige, stevige en volwassen boom ondersteboven; een Douglasspar. Die wordt maximaal 100 meter hoog. Wel in de Verenigde Staten. Bij ons haalt hij nauwelijks 50 meter.
Hij kreeg niet echt onze aandacht. Ik maak het goed voor de liefhebbers, wel in het kort en ietwat ingewikkeld:
‘Douglasspar’ is de officiële Nederlandse naam, maar in het bos noemen wij hem bij de voornaam ‘Douglas’; een Schotse botanicus die de boom ontdekte. De wetenschappelijke naam is op dit moment Pseudotsuga douglasii. Hierin is de naam Douglas te vinden. 'Pseudotsuga' betekent 'een niet-echte Tsuga'. Een Tsuga is trouwens ook een boom. De naam van mijnheer Douglas schrijf ik graag met een hoofdletter. Allée dan maar!
De Douglasspar is een boom uit de dennenfamilie. Ondanks de naam ‘spar’ is er volgens deskundigen nagenoeg geen verwantschap met echte sparren (Picea). Douglashout is kwalitatief goed hout, duurzaam en gaat onbehandeld 15 jaar mee. Dat komt ondemeer door de hars dat zich in de boom bevindt. Zit bij ons in de top 5 wat duurzaamheid betreft. Beweert men.
Nu komt het! De Douglasspar is in een officieel Nederlands register uit 2003 'ingeburgerd'. Zo noemt men dat. Ja, ik lees zelfs, letterlijk, dat het een ‘Nederlandse boom’ is (geworden). In een ander officieel Nederlands register staat ie te boek als zijnde een exoot; dat is niet inheems, maar ingevoerd. De boom komt immers uit de Verenigde Staten. Hoe moet dat uitgelegd worden?
De Douglasspar is in Nederland officieel in 2003 als boom geaccepteerd. Dat predicaat krijgt hij na een aantal jaren waarin is aangetoond dat hij hier geen kwaad doet. Ik dacht van 100 jaar. Kortom: De Douglasspar is thans een Nederlandse boom van Amerikaanse afkomst. Of weet u iets beters?
Verder lopend en nog onder de indruk van de dikke stam van deze Douglas moest verslaglegger denken: Soms zijn bomen net mensen! Of is het andersom?
In de laatste kilometer liep ik met Bert Schellenkens mee. Direct al wees hij op de breedbladige wespenorchis die in de bosrand stond. Hij was al uitgebloeid, maar Bert herkende hem. Ik herkende in Bert gelijk de ‘oude’ natuurmeester.
Zelf zag ik nog nabij een kruising van zandpaden tussen de naaldbomen een Robinia staan. Dat is zijn echte naam. Deze boom wordt ook wel de Witte acacia of acacia genoemd. In leven een mooie boom met een opvallende stam. Maar deze Robinia was 100 procent dood. Kaal en dor. Niemand had aandacht voor de boom. Och arm! Misschien een volgende keer. Want? Een dode boom blijft lang boven aarde staan.
Gijs Sterks bedankt voor het aanleveren van de geschiedenis van het natuurgebied Sparrenrijk, de gidsen voor de natuuruitleg en de foto’s van Kitty.
Verslaglegger probeerde er een leesbaar verhaal van te maken.
Na de koffie en het gratis koekje van de Natuurgroep bij de Oude Ketting ging iedereen weer naar huis. Op naar de volgende ronde op 9 november aanstaande.
Sint-Michielsgestel, 22 oktober 2022,
Piet Brugman,
[email protected]
Posted by: |