Je mag er toch vanuit gaan dat wanneer je als volksvertegenwoordiging instemt met het leveren van een militaire eenheid in Afghanistan, dat je dan ook nadenkt over wat ze daar gaan doen en de mogelijke gevolgen daarvan. Ook de Nederlandse kiezers mogen meedenken. Maar Nederland is een land van veel geschreeuw en weinig wol. Het laatste mag u vertalen in: ‘Veel praatjes hebben zonder dat het werkelijk iets doet’ of 'weinig tot stand brengt'. Want schreeuwen kunnen wij in Nederland als de beste. Er zijn gouden medaillewinnaars onder ons op dat terrein.
Als voorbeeld van schreeuwen noem ik het zingen. Normaal zingen, zoals jaren geleden, schijnt bijna niet meer te kunnen. Een voorbeeld van normaal zingen vind ik het zingen Danny Vera. En zo zijn er nog wel een paar. Zo’n 90 procent van de hedendaagse zangers én zangeressen schreeuwen. En dat notabene ook nog in een microfoon. Een microfoon hebben ze in feite niet nodig. Normaal rustig zingen hoor je bijna niet meer. Ook niet in supermarkten waar je rustige achtergrondmuziek verwacht. Zelfs kinderen schreeuwen al in de Voice Kids. Ja, wat wil je; zoals de ouden zongen piepen de jongen.
In de meerdere praatprogramma’s op de TV, zoals Op1, Jinek, Humberto en RTL boulevard, is het tegenwoordig lachen, gieren, brullen en schreeuwen. Ook spelpresentatoren schreeuwen in deze tijd (De slimste mens). Cabaretiers menen dat het in deze tijd niet zonder schreeuwen kan. Hoe harder hoe beter, denkt men. Je moet naar Achter het nieuws of Buitenhof op zondag, om nog een normaal gesprek te kunnen beluisteren. Wat erger is, is dat meer dan de helft van de Nederlanders dat geschreeuw al niet meer opvalt. Rustige gesprekken voeren of discussiëren kennen en kunnen velen al niet meer. Ook sportmensen die in de medailles vallen of een doelpunt maken schreeuwen na een doelpunt of overwinning. En dan het liefst de mond zo ver mogelijk open als een tijger die geeuwt. Als vrouwen dit doen – ze doen al aardig mee – begin ik mij zelfs te schamen. Veelal aanstelleritis, vrouw onwaardig. Maar, let op, eens zal het schreeuwen ons vergaan.
Terug naar ‘veel geschreeuw en weinig wol’. Want ik wil naar onze volksvertegenwoordigers. Volksvertegenwoordigers, mensen die door de kiezers direct of indirect zijn gekozen, schreeuwen ook. Gelukkig geen 90 procent, maar toch? Algemeen is bekend dat de regering regeert en de Kamer controleert. Voor een deel is dat juist, maar de regering achteraf controleren heeft soms geen enkel nut omdat er na die controle niets meer is te veranderen. Naar mijn mening behoort het zo te zijn dat ministers en staatssecretarissen die in de regering zitten worden bijgestaan door hun volksvertegenwoordigers van (coalitie)partijen. Ik denk op het ogenblik aan het volgende.
Eens werd er aan Nederland gevraagd om een militaire bijdrage te leveren aan de min-of-meer geallieerde legermacht in Afghanistan. Amerika, Groot Brittannië en nog enkele landen waren daar in 2001 al eerder geland naar aanleiding van de aanvallen op de Twin Towers in de Verenigde Staten door Al Qaida. Overigens een vuile streek. De Nederlandse regering stemde in 2015, na overleg met de meerderheid van de Tweede Kamer, er in toe militairen naar Afghanistan te sturen. En dat schept verantwoordelijkheden en verplichtingen. Oh ja?
Vóór dat de Amerikanen daar waren was Rusland al 10 jaar in Afghanistan geweest. Laten we maar zeggen ook om orde in de chaos te scheppen. Onbegonnen werk. Uiteindelijk dropen de Russen af met de staart tussen de benen. Na 10 jaar dus. Niet te geloven. Dat grote Rusland? Iets om over na te denken. Afghanistan; een land dat 16 maal groter is dan Nederland en waar nu zo’n 38 miljoen mensen wonen. Voor niet-Afghanen is dit land voor een groot gedeelte onbegaanbaar.
Even tussendoor: In Nederland bevinden zich op dit ogenblik al ongeveer 45.000 Afghanen. Dat is natuurlijk niet voor niets. Een arm, arm land met weinig of geen mogelijkheden voor 38 miljoen mensen. En daar stuur je dan je militairen naartoe. Is daar wel over nagedacht? Voldoende nagedacht?
Als ik thuis ben probeer ik altijd op dinsdagmiddag naar het vragenuurtje in de Tweede Kamer te kijken en te luisteren. Kamerleden hebben dan de gelegenheid vragen te stellen aan ministers of staatssecretarissen.
Ik kan mij niet herinneren dat kamerleden vragen stelden aan de minister van Defensie wat doen we met onze Nederlandse militairen als de VS zich onverhoeds terugtrekt uit wespennest Afghanistan. Ook niet de vraag wat er gebeurt met de Afghanen die voor Nederland daar hebben gewerkt. Ook niet de vraag wat gebeurt er met de Afghanen die de regering tot nu toe gesteund hebben. Dat zijn er enkele duizenden. Nu gaat de Tweede Kamer de regering verantwoordelijk stellen voor datgene wat de laatste twee weken fout is gegaan zulks terwijl president Biden in april 2021 al bekend maakte dat hij zijn troepen vóór 31 augustus ging terugtrekken. Ik herhaal: in april 2021!
Vanaf die datum moest je al in actie komen. Ook de Nederlandse regering. Maar niets van dat alles. Althans niet zichtbaar. En toen al hadden onze volksvertegenwoordigers vragen aan de minister van Defensie en Buitenlandse Zaken zaken moeten stellen.
- Wat doen we met onze militairen die daar zijn?
- Wat doen we met de tolken die voor ons gewerkt hebben?
- En hun gezinnen? Hoe groot zijn de gezinnen, waar wonen ze, hoe zijn ze bereikbaar?
- Wat doen we met de Afghanen en hun gezinnen die daar voor ons gewerkt hebben?
- Hebben ze allemaal de benodigde papieren om naar Nederland kunnen komen?
- Wat doen we met de Afghaanse militairen en politiemensen die door Nederlandse militairen en Marechaussees zijn opgeleid en dus tegen de Taliban zijn?
- Is er een duidelijk militair vluchtplan voor het geval dat er gevlucht moet worden?
Vluchten? Ja natuurlijk. Als Amerika en de andere landen vertrekken uit Afghanistan, dan trekt de Taliban of de IS naar binnen. En zulks geschiedde door de Taliban. ‘Wij hebben ons laten verrassen door de snelheid van de Taliban’, was maar steeds het antwoord. Veel meer kon men niet uitbrengen.
Nee, iedereen was te laat. De minister van defensie; er was geen vluchtplan. De militaire commandanten; zij hadden vertrek- of vluchtplannen moeten maken of minstens de minister moeten adviseren (dwingen) dit te doen. De minister van Defensie? Ze weet nog niet hoe een peloton infanterie militairen eruit ziet. Zoek als minister van defensie toch naar een deskundige generaal. Nederland heeft er genoeg.
Ook Kamerleden hebben nooit vragen gesteld aan de minister van Defensie wat er in Afghanistan staat te gebeuren als de ‘vredesmissie’ onverhoeds zou ophouden te bestaan. Daarom Kamerleden; kijk zelf ook eens in de spiegel als er een debat gevoerd gaat worden over het knullige vertrek uit Afghanistan door onze militairen en de Afghanen die daar min-of-meer recht op hebben. En voor de toekomst: Reken er maar op dat dit complete hoofdstuk ons zal blijven achtervolgen tot in de eeuwigheid, Amen.
’s-Hertogenbosch, 6 september 2021
Piet Brugman in Brugmanpraat.